Praktijkdag suikerbieten

Bezoekers van de praktijkdag rendementsverbetering suikerbieten in Colijnsplaat (Zld.), donderdag 11 oktober, krijgen van IRS-directeur Frans Tijink uitleg over het belang van goed kopwerk. Het vorig jaar aangepaste verrekeningssysteem voor tarra, waarbij de kop niet meer als tarra aangemerkt wordt, vraagt een andere afstelling van de rooier dan voorheen. Telers en loonwerkers moeten hier nog mee leren werken. De teler op de voorgrond is slechthorend en kan via liplezen het betoog van Tijink volgen.

Foto's: Peter Roek, tekst: Luuk Meijering

Ter demonstratie zijn bieten met vijf verschillende instellingen gekopt. Van de gerooide bieten zijn de verliezen berekend en is de eventuele boete voor groen bepaald. Op de borden bij de hopen zijn de resultaten af te lezen. Zo is een goede vergelijking te maken tussen visueel en financieel resultaat. Iets te diep koppen kost al snel €140 per hectare aan onnodig bietverlies.

DLV’er Luc Remijn geeft uitleg over het rooisysteem en de instelmogelijkheden van de negenrijige Vervaet Beat Eater 925, waarmee de bieten voor de demonstratie gerooid zijn. De rooier heeft een vanuit de cabine instelbare integraalontbladeraar met bladverspreider en scalpeurs met kopdikteregeling.

Detail van de getrokken Grimme-ontbladeraar die op de praktijkdag voor het eerst in Nederland te zien was. De ontbladeraar heeft drie assen, de voorste met stalen klepels over de volle breedte en de andere twee met polyurethaan klepels in de rij die de bieten schoon poetsen.

De nakoppers van de Grimme. De machine leverde zowel met als zonder nakoppers goed werk. Zonder nakoppers bleef er groen op de bieten achter, maar zo weinig dat de industrie de bieten zonder boete accepteert. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het voor de bewaring beter is de nakoppers wel te gebruiken, om verliezen door broei te voorkomen.

Verschil in contactoppervlak bij verschillende bandenspanningen. Links de afdruk bij een spanning van 1,6 bar, rechts die van dezelfde band, onder dezelfde belasting bij 0,6 bar. De contactoppervlakte is globaal twee keer zo groot bij de lage bandenspanning. In het veld resulteert dit in minder insporing en een lager brandstofverbruik.

Het verschil in brandstofverbruik is op de praktijkdag gedemonstreerd door met dezelfde combinatie op verschillende bandenspanningen een zelfde oppervlakte te cultivateren. Onder de vrij natte omstandigheden slipte de trekker op 1,6 bar duidelijk meer dan op 0,6 bar. Dit resulteerde in een 23 procent hoger brandstofverbruik. Dit is in een oogopslag zichtbaar aan de cilinders met brandstof op de motorkap. De vorige dag, onder nog nattere omstandigheden, was het verschil zelfs 30 procent.

In een profielkuil is veel over de bodem af te lezen. DLV-bodemspecialist Nelis van der Bok geeft uitleg bij het profiel op de Rusthoeve. De laag net onder de bouwvoor is zwaarder dan de bouwvoor. Deze droogt minder snel op en laat water moeilijk door. Door deze profielopbouw is er grote kans op vorming van een verdichte ploegzool.

Aan het opzij groeien van de bietenwortels is te zien dat deze moeite hebben om door de verdichte laag te dringen.

Hans Schneider van het IRS geeft uitleg bij het verschijnsel gele necrose in suikerbieten. De bladeren worden tussen de nerven eerst geel, dan bruin en sterven vervolgens af. Gele necrose wordt veroorzaakt door een combinatie van bietencysteaaltjes en de schimmels fusarium of verticillium. Behalve te streven naar een lage aaltjesdruk is hier niets aan te doen.

Als gevolg van wateroverlast komen er dit seizoen veel rotte bieten voor. Elma Raaijmakers toont een paar door rot aangetaste exemplaren.