AkkerbouwOpinie

Twijfel aan analyses

Als op scherpst van snede bemest moet worden, dan graag op basis van correcte grondanalyses. Dan blijkt: ene laboratoriumanalyse is andere niet.

De akkerbouwer van de toekomst is een mineralenmanager. Door wettelijke normen vanuit Den Haag en Brussel wordt de hoeveelheid regels rond de mineralenstromen op het akkerbouwbedrijf groter en groter. Op zich geen nieuws. Scherp zijn met het gebruik van mineralen is essentieel. Enerzijds wegens de kosten die mineralen met zich meebrengen, want daarmee onjuist omgaan is al snel geld over de balk smijten. Anderzijds dwingt de regelgeving ook om efficiënt met mineralen om te gaan. De speelruimte is beperkt, en daarbinnen is een effectieve besteding noodzaak om te komen tot de maximale opbrengst.

Een belangrijk instrument bij het plannen van het mineralengebruik zijn de analyseresultaten van de grondmonsters. Deze uitslagen dienen vaak als basis voor de jaarlijkse bemestingsplannen. Een essentieel onderdeel dus, voor de maximale opbrengst.

Erg belangrijk is dat de resultaten van deze grondmonsteranalyses kloppen en betrouwbaar zijn. Het aantal laboratoria is de laatste jaren toegenomen. Meer spelers op de markt is vaak een goed teken; concurrentie geeft scherpte op de prijs. Echter, prijs is één aspect, kwaliteit en betrouwbaarheid is een ander aspect.

Omdat we in de dagelijkse praktijk erg veel onmogelijke uitslagen van bemestingsmonsters onder ogen kregen, meenden we dat er aanleiding was voor een vergelijkend onderzoekje. Hiertoe hebben we een goed gemengd monster van één perceel gesplitst en aangeboden aan de verschillende laboratoria. Alle laboratoria analyseerden dus hetzelfde monster.

Dan ook identieke analyseresultaten, zou je denken. Niets is minder waar. We zijn geschrokken van de grote verschillen in de uitslagen. Het K-getal bij het ene lab kwam uit op 9 en bij het andere op 20. Een ander voorbeeld: het stikstofleverend vermogen van de grond varieert bij de diverse laboratoria tussen een minimum van 28 kilo stikstof en een maximum van 200. Bij de pH was het maximumverschil 0,4 punt; op de betreffende grond het verschil tussen wel of geen bekalkingsadvies.

Een zorgelijke situatie. Uitgangspunt moet toch zijn dat laboratoria betrouwbare cijfers opleveren. Een onderzoek op de site van laboratoria naar de accreditatie (het werken volgens een vastgelegd en erkend protocol) leverde een zeer divers beeld op. Je zou verwachten dat deze accreditatie een vorm is van controle op de juiste werkwijze en dus op de juistheid van de uitslagen. Het ene lab pronkt met zijn accreditaties, terwijl ze op de website van de ander niet te vinden zijn. Zijn ze er dan ook niet?

Alertheid is dan ook op zijn plaats bij de keuze om te komen tot een goed laboratorium, om de juiste analyseresultaten te verkrijgen. Niet ieder lab werkt controleerbaar goed.

Het is een check op de 
betrouwbaarheid van uw laboratorium waard. Alertheid op het gebruik van de juiste gegevens is op zijn plaats.

Met toenemende regel­geving en beperking van het 
gebruik van mineralen kan een teelt wel of niet slagen met het gebruik van de juiste analyseresultaten.

Beheer
WP Admin