Op de zware, droge grond in Kazachstan telt maar een ding: is er water?
Op kantoor in Nederland hadden ze bedacht dat ik wel even twee keer naar hun klant in Turkestan kon rijden. Het was niet zover van Almaty en zou zeker goed zijn als relatiebeheer. Eenmaal in Almaty bleek dat op het bedrijf nog geen machines en pootaardappelen waren aangekomen. Dus één bezoek moest voldoende zijn. Daar kwam de afstand nog bij. Het is net zover als vanaf Amsterdam tot de Poolse grens. De weg voert over de zijderoute, die nog onder constructie is. Dat geeft snelheidsbeperkingen vanwege wegwerkzaamheden of helemaal geen weg, maar alleen een pad over de wendakker. En dit gedurende 800 kilometer, met gelukkig een stop in Taraz, de tussenliggende stad van enige betekenis.
De volledige 800 kilometer reed ik op bescheiden afstand van de bergen, die de zuidgrens van Kazachstan vormen. Aan mijn andere zijde zag ik het meer vlakke steppeland. Grote delen woeste grond met hooguit een herder met zijn geiten, schapen, koeien en paarden, afgewisseld met bevloeide percelen, groente en heel veel sojabonen.
Irrigatie uit overgrootvaders tijd
Hier geen regenhaspel of centralpivot te zien. Irrigatie gaat zoals in overgrootvaders tijd, door het perceel onder water te zetten. Hiervoor worden alle gewassen geteeld op ruggen of bedden, zodat het water via geultjes ertussen over het met de kilverbak vlakgelegde land stroomt.
De laatste 300 kilometer zag ik nauwelijks of geen landbouw meer, anders dan kuddes vee die van groene pol naar groene pol slenterden in de hitte van de woestijn. Van schaduw hadden deze dieren nog nooit gehoord en sappig, frisgroen gras is voor hen een onbekende lekkernij. Ze leven en groeien van enkele woestijnplanten, lichtgroen en hard van droogte. Voor water moeten ze zich dagelijks melden bij een pomp, bron of een stroompje gevoed door een bron. Veel water is er niet, in tegenstelling tot zon. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat brandt die onafgebroken met 's zomerse temperaturen van meer dan 40 graden.
Water als enige vereiste
Het bedrijf dat ik moest bezoeken bestond uit 6.000 hectare land, verdeeld over verschillende blokken van 1.000 tot 3.000 hectare, her en der in de woestijn ‘verstopt’. Hier gaat het niet om de afstand van perceel tot perceel of de aanwezigheid van een weg. Nee, hier geldt alleen: is er water en is er voldoende om mijn bouwplan uit te voeren?
Het bouwplan hier telde 250 hectare druiven en even zoveel abrikozen. In de toekomst moet dit nog meer worden. Bij deze plantage is een sapfabriek gepland en dan te weten dat de weg toch zeker 5 kilometer verwijderd is.
Druppelleiding voor 250 hectare
Op deze locatie was ook 200 hectare aardappelen gepland met twee oogsten per seizoen, dus 500 hectare per jaar met twee keer primeurs. Om over voldoende water te beschikken moest alle irrigatie via druppelleidingen geschieden. Voor de eerste 250 hectare lag er een enorme hoop druppelslang op het erf. Hiermee is naast een waterbesparing van circa 40 procent energie te besparen doordat de druk niet boven 1,5 bar mag komen. Doordat de bovenlaag van de grond droog blijft, neemt de onkruiddruk af. De grond is zwaar tot zeer zwaar en zonder enige structuur. Een verschijnsel dat ik meer heb gezien in de Aziatische woestijn.
Foto's: Han van Riel