AkkerbouwAchtergrond

Druppelirrigatie getest

Druppelirrigatie van akkerbouwgewassen staat dit droge jaar weer in de belangstelling. De pilots tonen grote verschillen in gewasontwikkeling.

De gewassen op pilotpercelen waar dit seizoen druppelirrigatie ligt, staan er zichtbaar beter bij dan die op het niet geïrrigeerde deel. Ondanks dat de temperatuur weer wat gezakt is en er weer neerslag viel, is het verschil in een perceel Festien-zetmeelaardappelen op vernieuwingsbedrijf Op de Es in Zeijen (Dr.) duidelijk te zien. De aardappelen zijn verder in ontwikkeling, het druppeldeel bloeit al en het pakket loof is wat voller.

Zichtbaar verschil bij warm weer

Tijdens de hete dagen waarop de temperatuur 
boven 30 graden uitkwam, hing het gewas op het niet-geïrrigeerde deel helemaal slap, vertelt Peter Raatjes, eigenaar van adviesbureau RMA. Op het geïrrigeerde deel hingen alleen de toppen van de planten slap. Raatjes is bij het project betrokken, omdat zijn bedrijf sensoren levert die op verschillende dieptes het vochtgehalte in de bodem meten.

20 procent meer bij zetmeelaardappelen

Wat de druppelirrigatie uiteindelijk in opbrengst doet, moet nog blijken. Raatjes en Erik Emmens, de akkerbouwer op het vernieuwingsbedrijf, verwachten duidelijke opbrengsteffecten. In 2014 bracht het gedruppelde deel in een vergelijkbare demo ondanks het veel gunstiger groeiseizoen 20 procent meer zetmeelaardappelen op dan het niet-geïrrigeerde deel. In de pilot op het vernieuwingsbedrijf wordt alleen gekeken naar het effect van druppelirrigatie; dit wordt niet vergeleken met traditioneel beregenen.

Rendement beregenen valt tegen

Volgens Emmens valt het rendement van beregenen van zetmeelaardappelen op humeuze zandgrond vaak tegen. De ervaring is dat beregende aardappelen sneller verouderen en relatief vroeg afsterven. Zetmeelaardappelen die last van droogte hebben gehad groeien langer door, waardoor ze de groeiachterstand inlopen. Wellicht zorgt druppelirrigatie ervoor dat het gewas in droge perioden doorgroeit zonder dat het verouderingseffect optreedt.

De onderzoekers zien op hete dagen vooral een lagere temperatuur in het gewas. Volgens Raatjes scheelt het in aardappelen zo 3 tot 4 graden.

Beworteling stimuleren

Door de hele rug zijn de aardappelwortels weer te vinden, ook bij druppelirrigatie is een goede doorworteling van de bodem van belang voor een goede benutting van mineralen. Juist bij druppelirrigatie ligt het gevaar op de loer dat de beworteling zich alleen in de richting van de slang ontwikkelt. Dit is zeker het geval wanneer met het water ook nog bemest wordt.

Met de bodemvochtsensoren volgt Raatjes het verloop van het vochtgehalte op verschillende dieptes in de bodem. Aan de hand van deze gegevens wordt in overleg met DLV Plant-adviseur Sigrid Arends de installatie aangestuurd.

Doel: minimaal 10 procent meer opbrengst

Het eerste doel van de pilot in Zeijen is om te bepalen wat het systeem aan extra gewasopbrengst oplevert. Volgens Emmens moet het systeem door de jaren heen minimaal 10 procent meer opbrengst genereren om ermee verder te gaan. De volgende stap is om te kijken wat er verder voor nodig is om dit irrigatiesysteem breed in te zetten.

Daarvoor is nog wel een aantal knelpunten op te lossen. Zo is het ijzergehalte in grondwater vaak zo hoog dat het verstoppingen in de druppelslangen kan veroorzaken. Er wordt al proefgedraaid met een ontijzeringsinstallatie en een zandfilter om het water bruikbaar te maken. Daarnaast is ook de energievoorziening van de elektrisch aangedreven pompen een punt van aandacht. Wellicht kunnen zonnepanelen uitkomst bieden.

Meststoffen toedienen

Een volgende stap is het toedienen van meststoffen via het systeem. Deze mogelijkheid wordt al op enkele percelen getest. Ook hier weer de vraag wanneer, welke concentratie en hoeveel toe te dienen. Met nieuw ontwikkelde nitraatsensoren volgt ­Raatjes het nitraatverloop in de bodem. Met deze gegevens ontwikkelt de adviseur naast een irrigatieadvies ook een bijpassend bemestingsadvies.

Aandacht voor efficiënt watergebruik

Als gevolg van een grilliger klimaat, met minder neerslag in het groeiseizoen, hebben gewassen steeds meer behoefte aan extra vocht. Onderzoek naar mogelijkheden om beschikbaar water zo efficiënt mogelijk in te zetten, wordt breed gedragen. De pilot die in Zeijen (Dr.) ligt, is onderdeel van het project ‘More Crop per Drop’ dat bij vier telers wordt uitgevoerd door een consortium van DLV Plant, Broere beregening, Netafim, Yara, Agrometius, RMA en LambWeston. Het project wordt gefinancierd door provincie Drenthe en de waterschappen Hunze en Aa’s, Reest en Wieden en Vechtstromen. Het ministerie van Economische Zaken draagt financieel bij via de regeling Praktijknetwerken.

Beheer
WP Admin