AkkerbouwAchtergrond

Overvloed drukt graan- en sojaprijs

De prijzen voor tarwe, mais en sojabonen zijn het laagst in bijna vijf jaar. Dat komt door de zeer grote oogst wereldwijd. Bovendien groeien de voorraden en dat houdt de prijzen nog wel even laag.

Het is slikken voor de graantelers. De tarwe- en maisprijzen liggen op het laagste niveau in bijna vijf jaar. Zicht op verbetering is er niet. Dat is goed nieuws voor de graanafnemers en de veehouders: hun kosten dalen. Maar de telers zagen de graanprijzen vorige maand in een duikvlucht belanden en het einde lijkt nog niet in zicht.

Aan het begin van dit graanseizoen (op 1 juli 2014) waren de graanprijzen best redelijk. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) noteerde rond 1 juli € 199 per ton tarwe en bijna € 180 per ton mais. Bijna drie maanden later ligt de tarweprijs
27 procent lager op € 146. De maisprijs van RVO.nl zakte in drie maanden met 19 procent naar € 146. De EU stevent af op een recordoogst van 72 miljoen ton mais en dat drukt de maisprijs. Dat is ook te zien op de termijnmarkt in Parijs. Het termijncontract voor mais dat afloopt in november, als de Europese maisoogst bijna achter de rug is, noteerde deze week rond de € 138. Op 1 juli werd het contract nog voor € 170 verhandeld. Dat is een daling van 19 procent.

De tarweprijs kelderde in Europa veel harder dan op de wereldmarkt. Dat valt op te maken uit de prijsindex die de International Grains Council (IGC) iedere dag berekent op basis van tien fysieke tarwenoteringen verspreid over de wereld. Op 1 juli stond de prijsindex voor tarwe op 230 punten (100 punten = prijspeil januari 2000). Nu staat die op 217 punten. Dat is een daling van 5,7 procent, tegenover een daling van de tarweprijs van RVO.nl met 27 procent.

Op de termijnmarkt in Parijs zakte de notering voor het novembercontract voor tarwe sinds 1 juli met 17 procent. De druk op de tarweprijs in de EU is veel groter dan op de wereldmarkt. Het mooie weer tijdens het groeiseizoen zorgde ervoor dat de Europese akkerbouwers dit seizoen een record van 154 miljoen ton tarwe van de akkers haalden. Maar tijdens de oogst viel veel regen, vooral in Frankrijk. Daardoor is bijna de helft van de Franse tarwe niet te verkopen als maaltarwe. Importerende landen in Afrika en het Midden-Oosten hebben de Franse exporteurs al gewaarschuwd dat ze geen bijmenging accepteren. Daardoor moet Frankrijk veel voertarwe verkopen binnen de EU. Dat drukt de prijs enorm en verlaagt ook de maisprijs, omdat tarwe en mais uitwisselbaar zijn.

De maisprijs op de wereldmarkt houdt wel gelijke tred met die in Europa. De prijsindex voor mais van de IGC staat op 174 punten. Dat is 20 procent lager dan op 1 juli. Dat komt overeen met de daling van 20 procent van het novembercontract voor mais op de termijnmarkt in Parijs.

Ook sojabonen werden de laatste maanden flink goedkoper. De IGC publiceerde op 1 juli een prijsindex voor sojabonen van 267 punten. Nu ligt die 22 procent lager.

 

Vorig jaar

 

De graanprijzen daalden vooral in september. Toen bedaarde de ruzie tussen Rusland en Oekraïne, beide grote graanexporteurs. En het groeiseizoen op het noordelijk halfrond loopt op zijn eind zonder noemenswaardige problemen. Daardoor is er een overvloed aan graan en sojabonen. De wereld produceert dit seizoen 2.466 miljoen ton graan, inclusief rijst, meldt het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA). Dat is 19 miljoen ton meer dan nodig is voor het verbruik. Vorig seizoen (2013/2014) bedroeg het overschot zelfs 52 miljoen ton. Bij sojabonen schat het USDA het overschot dit seizoen 2014/2015 op 
26 miljoen ton, terwijl vorig seizoen een overschot opleverde van 14 miljoen ton sojabonen.

De International Grains Council komt tot dezelfde conclusie. De wereld produceert weliswaar 
10 miljoen ton graan minder dan het record van vorig seizoen en het verbruik stijgt met 
32 miljoen naar 1.958 miljoen ton graan. Toch groeien de graanvoorraden in de wereld, doordat de productie groter is dan het verbruik, net als vorig seizoen. De IGC verwacht dat de wereld eind dit seizoen (30 juni 2015) 429 miljoen ton graan op voorraad heeft. Dat is de grootste eindvoorraad in vijftien jaar.

Voorraden

 

Wat gaan de prijzen de rest van dit seizoen doen? Een belangrijke graadmeter is de stocks-to-use-ratio, de verhouding tussen de eindvoorraad en het verbruik. Dit heeft veel invloed op de prijsvorming. Immers, grote voorraden drukken de prijs en vormen een buffer voor slechte oogsten. Kleine voorraden duwen prijzen juist omhoog, omdat een tegenvallende oogst direct tot tekorten leidt.

De stocks-to-use-ratio voor alle graan bedraagt volgens het USDA aan het eind van dit seizoen 21,5 procent. De wereld heeft op 30 juni 2015 genoeg graan op voorraad om ruim elf weken verbruik te overbruggen. Het is de hoogste stocks-to-use-ratio sinds seizoen 2009/2010. Ook toen waren de graanprijzen laag. RVO.nl noteerde in dat seizoen gemiddeld voor voertarwe € 128 per ton en voor mais € 144. Gezien de huidige prijzen voor tarwe (€ 146) en mais (€ 146) zijn geen prijsstijgingen te verwachten.

Toch zijn de handelaren op de termijnmarkt in Parijs een stuk optimistischer dan je op basis van de stocks-to-use-ratio’s zou verwachten. Het termijncontract voor levering in december 2015 noteert voor tarwe nu € 173. Dat is € 20 hoger dan het eerstaflopende termijncontract (november 2014). Ook bij mais is de handel optimistisch. Het termijncontract voor levering in november 2015 noteert in Parijs € 160. Dat is € 22 meer dan bij levering in november dit jaar.

 

Volgend seizoen

 

Wat na het huidige seizoen gebeurt, is koffiedik kijken. Er zijn wel wat langetermijnverwachtingen. De Fapri, het Amerikaanse onderzoeksinstituut voor voedings- en landbouwontwikkeling van de Amerikaanse University of Missouri, publiceerde in september een prognose. De Fapri verwacht dat de telersprijzen in de VS dit seizoen 2014/2015 zakken naar $ 3,50 per bushel mais (€ 107 per ton) en $ 9,92 per bushel sojabonen (€ 283 per ton). De grote voorraden drukken ook volgend seizoen op de prijzen, verwacht de Fapri. In 2015/2016 komen de gemiddelde prijzen op $ 3,80 per bushel mais (€ 116 per ton) en $ 9,04 per bushel sojabonen (€ 259 per ton). Pas na 2016 verwacht de Fapri een opleving van de prijzen.

Ook de International Grains Council waagt zich aan een voorspelling, maar dan alleen over het tarweareaal. De IGC denkt dat het tarweareaal groeit naar 224 miljoen hectare, 1,3 miljoen hectare meer dan dit seizoen. Als deze prognose uitkomt, wordt dit het grootste tarweareaal in zeventien jaar.

De IGC-prognose is opmerkelijk gezien de gedaalde tarweprijs. Meestal leidt een lagere prijs tot een krimp van het areaal. De beste remedie tegen lage prijzen zijn lage prijzen, luidt een bekend gezegde in de graanhandel. Want akkerbouwers laten minder productieve stukken grond braak liggen en steken minder geld in kunstmest, zaaizaad en gewasbescherming.

Op termijn daalt de productie dus weer met als gevolg hogere prijzen, zeker gezien de almaar stijgende wereldbehoefte aan graan. In 2007/2008 verbruikte de wereld 2.101 miljoen ton graan. Zeven jaar later ligt dat 16 procent hoger op een record van 2.447 miljoen ton. De wereld moet elk jaar 2 procent méér graan oogsten om het verbruik bij te benen, bij sojabonen zelfs ruim 3 procent. Als het groeiseizoen een keer tegenzit, kantelen de graan- en sojamarkten in een oogwenk. Dat is nadelig voor graanverwerkers en veehouders. Het is voor de akkerbouwers in elk geval een houvast, gezien de sterk gedaalde prijzen dit seizoen.

Beheer
WP Admin