Aan alle werk komt een eind, ook aan het schonen.
In de eerste maand is natuurlijk nog veel fout gegaan in het werk en de organisatie. De werknemers die opgestapt waren, wilden terugkomen. Ik heb ze meteen weggejaagd. Er zijn andere, betere mensen in dienst gekomen. Er wordt nu gewerkt van acht tot vijf, en niet van negen tot twee. Het wegkruipen bij de kachel is afgelopen, net als het weggooien van sigarettenpeuken, lege sigarettenpakjes en andere rommel in het geschoonde zaad.
De werknemers werken nu duidelijk met plezier. Je moet ze wel achter de broek aan blijven zitten. Als je ze voordoet dat het anders en beter kan, nemen ze dat langzamerhand ook aan.
Weer plezier in het werk
Een van de mensen loopt tegen de 60 jaar, een kleine, lieve man. Ik heb hem de eerste dag gezegd dat zijn taak de triltafel is, nergens anders en dat hij alleen voor mij werkt. Als de anderen lastig zijn, moet ie zich maar melden. Hij doet zijn werk goed, doet direct wat ik vraag en helpt mee waar het fout dreigt te gaan. De man is helemaal opgefleurd. Hij geeft me ‘s morgens een hand, wat hier gebruikelijk is, en houdt die altijd wat langer vast en geeft er een kneepje bij. Hij komt altijd met zijn ezeltje en een kar en neemt ‘s avonds de slechte saffloer mee naar huis voor zijn schaap, koetje en ezeltje.
Dat zet me vaak wel aan het denken over de verschillen in de wereld. Hij woont op nog geen kilometer van mijn bedrijf. Daar zet ik internet aan en is de wereld klein. Via het beeldscherm zie je dan je ouders of vrienden als die online zijn. Je leest het nieuws uit de hele wereld en verwondert je over bonussen.
Geef zo’n werknemer drie kuub kolen en hij zal zijn hele leven jouw beste man zijn. Terwijl je op internet ziet dat een manager die aan het eind van het jaar een bonus van een miljoen euro krijgt, nog steeds niet happy is. Nou, dan ben ik toch echt liever hier tussen deze en andere mensen die nog werken voor hun brood. Ze zijn vaak gelukkiger dan die man die de bonus van een miljoen kreeg.
Tevreden over de saffloer
Uiteindelijk hebben we in drie maanden tijd zo'n 5.000 ton saffloer geschoond. Daarvan was 1.200 ton na het schonen geschikt voor export. De rest was rommel en slecht zaad dat naar de oliepers gaat. Het was een heidens werk, maar ik kijk er tevreden op terug. Vanuit de afnemers hebben we ook geen klachten gehad. Ik denk wel dat het volgend jaar veel makkelijker zal lopen.
Foto: Bert van Lier
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.