Hitte, droogte, gebrek aan irrigatiewater; en dat al voor het vierde of vijfde jaar op rij. Veel boeren overleven dat niet en verlaten hun bedrijven in het zuiden van Australië.
Terwijl het in Nederland sneeuwt en koud is, zit ik hier in een hittegolf. Het is hier nu, terwijl ik dit tik, 44 graden in de schaduw. En het is droog. Dat is echter niet iets van alleen dit jaar, het lijkt elk jaar erger te worden. Deze oprukkende droogte is ook iets wat me steeds meer verbaast. Toen ik hier 20 jaar geleden voor het eerst kwam, trof ik een compleet ander gebied aan. Waren het toen volop groene percelen, nu is er bijna niets anders meer dan dorre vlaktes. Wat is hier toch gebeurd?
Rijk door irrigatie
Rond 1900 was dit gebied aan de oevers van de Murray river, de grootste rivier van Australië, bewoond door enkele boeren met schapen. Na 1920 gaf de regering gratis blokken land van een vierkante mijl (260 hectare) aan soldaten die terugkwamen van de oorlog in Europa. Vooruitstrevende boeren begonnen hier naast het houden van schapen ook graan en fruit, katoen, druiven en rijst te telen, met behulp van water uit de rivier. Dit bleek een goede zet. Nadat omstreeks 1950 de prijs van de wol kelderde, schakelden steeds meer boeren om. In de jaren rond 1980 was Australië zelfs ’s werelds grootste exporteur van rijst.
Water gequoteerd
Doordat veel grote pompen aan de oevers geïnstalleerd werden, besloot de regering vergunningen te verkopen voor het aantal kuub water dat iemand maximaal uit de rivier of uit de grond mocht pompen. Tot het jaar 2000 was dit een zeer lucratieve business. Het kon goed uit om bijvoorbeeld €1 per m3 voor een vergunning te betalen plus €0,30 extra voor ieder opgepompte kuub. Het was ook zeer winstgevend voor de waterschappen.
Leeggepompte rivieren stroomden ‘terug’
Tussen 1990 en 2000 hebben dan ook grote verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen grof geïnvesteerd in aankoop van percelen van vele honderden hectaren en daar vooral wijngaarden op aangelegd. Ze kochten ook de vergunningen om water op mogen pompen. Dat leidde ertoe dat de rivier letterlijk leeggepompt werd. Het kwam regelmatig voor dat de rivier terugstroomde nadat een aantal grote groepen van pompen gestart werd.
Om dit te voorkomen mag ieder in een droog jaar maar een klein percentage van zijn vergunningen gebruiken. Dit is de laatste jaren echter meer de regel dan uitzondering. Volgens de lokale krant heeft het hier in de laatste tien jaar minder dan de helft geregend van normaal, zodat goed graanland al jaren geen of slechts een minimale oogst geeft.
Oorlog om water
Iedere deelstaat heeft zijn eigen regels. In het midden van New South Wales, waar mijn boerderijen liggen en waar meestal wel regen valt, mag je daardoor een groter percentage van de vergunningen gebruiken dan elders. Normaal duurt het een maand of zes voordat de regen die hier valt, in Zuid-Australië aankomt. Maar in de tussenliggende periode is het echter al grotendeels weggepompt. Tussen de diverse waterschappen en staten is het nu dan ook oorlog om vergunningen. Iedere partij zegt dat ‘de ander’ te veel water wegpakt of steelt.
Kaalslag in Zuid-Australië
Ondertussen speelt zich in Zuid-Australië een catastrofe af. Er zijn diverse boeren weggelopen van hun boerderij. Ze hebben alles overgelaten aan de bank of deurwaarder. Hele dorpen zie je langzaamaan verdwijnen omdat er geen activiteiten meer zijn. Er worden geen huizen meer gebouwd, winkels en scholen sluiten en het hele dorpen worden langzaam een stofnest. Sommige gemeenten leggen nu zelfs wanhopig stukjes kunstgras aan omdat er geen water is voor normaal gras.
Genadeklap voor de wijnboeren
De droogte gaat dit jaar voor veel wijnboeren de genadeslag uitdelen. Voor een hectare wijngaard is normaal 60.000 kuub water nodig per jaar. De helft hiervan komt meestal beschikbaar via de regen. De laatste jaren dus niet, en dus moeten ze het extra bijkopen. Die kosten zijn al bijna niet op te brengen. Daar komt nog bij dat de bodem onder de wijnprijs is weggevallen.
Wie zijn druiven niet zelf verwerkt, en dat is het merendeel van de telers, moet ze afgeven voor rond de €100 per ton. Helaas, alleen al de aankoop van het water kost meer. Normaal is de prijs voor geleverde druiven dan ook omstreeks €300/ton. Geen wonder dat bijna alle wijngaarden hier nu te koop staan. Als iemand de waterrechten koopt, krijgt hij meestal de wijngaard er voor niets bij.