Het noorden van Australië staat opnieuw onder water en het zuiden is getroffen door de ergste branden ooit. Inmiddels zijn er al meer dan 100 doden en twee dorpen verwoest.
De meeste mensen waren hier al met het schoonmaken begonnen. Ze kunnen weer opnieuw beginnen. Volgens de weersverwachting komt hier meer regen, zodat de kans groot is dat velen volgende week voor de derde keer kunnen schoonmaken.
Gisteren schreef ik dat de Australiërs als de dood voor brand zijn. Natuurlijk zijn ze dat niet letterlijk. Volgens de voorlopige berichten zijn er vandaag 108 doden gevallen en 700 huizen verbrand. Er is doorlopend nieuws en ieder uur lopen de dodencijfers op. Het is de ergste brand in de geschiedenis van Australië.
Bushbrand
Het is moeilijk te beschrijven wat een bushbrand nu werkelijk is. Bij een van mijn eerste bezoeken aan Australië kwam ik na een lange vlucht ’s morgens in Melbourne aan. Daar huurde ik een auto en reed 300 kilometer naar het noorden. Onderweg zag ik in de verte een rookpluimpje, waar ik verder geen acht op sloeg.
Bij mijn kennissen aangekomen, die op de grens van Victoria en New South Wales wonen, dronk ik eerst koffie. Na een tijdje zei een van hun: ‘Ik ruik brand’. Iedereen sprong op om te kijken waar de rooklucht vandaan kwam. Ik zei dat ik wat rook gezien had ongeveer 100 kilometer terug. Ze namen het me kwalijk dat ik dit niet eerder gezegd had.
Paniek slaat toe
Buiten zagen we de hele horizon vol rook. Iedereen raakte in paniek. De buren werden gebeld voor meer informatie, iedereen op het land moest direct naar huis komen. Er werden wat spullen in de twee auto’s geladen, zodat deze klaar stonden om weg te rijden. Pompen werden gestart om alles rond het huis nat te maken. Na een kwartiertje kwam de eigenaar teruggescheurd en stuurde iedereen weg naar het vlakbij gelegen dorp. Hijzelf en een van zijn medewerkers bleven water spuiten rond de gebouwen. Het dorp ligt aan de noordkant van de Murry River. Niemand verwachtte dat het vuur over de rivier zou komen. Echter, toen we vlak bij het dorp waren, zagen we dat het vuur al over de rivier was en met grote snelheid onze kant op kwam.
Vuurwal raast voorbij
De wind was behalve heel droog ook erg sterk, ik schatte dat deze een snelheid had tussen de 30 en 60 kilometer per uur. We bleven wachten in de schaduwzijde van het vuur en de wind, achter een geploegd perceel. Het vuur raasde over het ernaast liggende weiland met droog gras en bomen, waar ongeveer 1.000 schapen in stonden. Behalve de enorme snelheid waarmee deze vuurrol langsraasde, was het lawaai oorverdovend. Onvoorstelbaar, alsof er een bataljon tanks voorbijraasde. Het passeren van de wal van vuur duurde hooguit 1 of 2 minuten en liet alles geblakerd achter, de meeste bomen nog brandend en rokend. Het was onmogelijk weg te vluchten voor de vuurrol.
30 meter hoge vuurrol
De vuurrol zelf was 10 tot 30 meter hoog en rolde met een snelheid van 30 à 40 kilometer per uur over alles heen. Door de enorme hitte begonnen het gras en de bladeren spontaan te branden. Zelfs nog voordat het vuur van de eigenlijke rol er is. Althans, zo leek het. Na 10 minuten reden we door de verstikkende rook terug naar huis. Daar troffen we de twee mannen aan, zwart van het roet en hoestend en proestend van de rook. Ondertussen hadden ze hulp gekregen van de brandweer die bezig was het vuur van gras en bladeren onder het huis te blussen. Het woonhuis was gered, maar de loods met werktuigen - waaronder twee trekkers en een maaidorser - werd in de as gelegd.
Gelukkig geen doden
Later hoorde we dat de twee mannen rondom het huis water bleven spuiten totdat het niet meer kon vanwege de rook. Ze zijn toen naar binnen gegaan en hebben gewacht tot de vuurrol over het huis ging. Even later was het ook binnen niet meer uit te houden en zijn ze weer naar buiten gegaan, waar ondertussen iets minder rook was. Die dag zijn zeven boerderijen rondom het dorp in de as gelegd. Gelukkig zijn er geen doden gevallen. De volgende dag zagen we de schapen nog ongeveer op dezelfde plek staan of liggen, op een afstand zag je er weinig aan. Later hoorde ik dat de ogen van de schapen waren verbrand. De rest dieren die nog leefden, zijn afgemaakt en in een grote kuil begraven. In het aangrenzende gebied naar het noorden, een gebied zo groot als Nederland met hoofdzakelijk schapenteelt, waren meer dan 100.000 schapen verbrand.