Op een proefboerderij in de Joghi Rogh-vallei wordt ook pootgoed geteeld. Druppelirrigatie en een optimaal klimaat zorgen voor hoge opbrengsten.
Vier jaar geleden ben ik naar Iran geweest en heb daar meegewerkt aan de pootgoedproductie in het Noordoosten, ruim 100 kilometer vanaf de stad Mashad. Ik werkte daar op de proefboerderij van SPII in de Joghi Rogh-vallei. Deze proefboerderij ligt op een hoogte van circa 1.000 meter boven de zeespiegel. SPII staat voor Seed Production Institute Iran. Hier werd van huis uit graan, voornamelijk tarwe, gekweekt en beproefd onder lokale omstandigheden. Iran is namelijk veel te groot en te verschillend voor één centraal instituut.
De locatie was sinds enkele jaren weer in productie. Onder ayatollah Khomeini, de toenmalige president, was de landbouw verwaarloosd. Toen ik er zat, was het budget voor onderzoek nog niet overweldigend. Na later bleek had de president een andere hobby: kernenergie. Voor mij betekende dit dat ik bepaald niet kon beschikken over moderne machines voor de aardappelteelt.
Het groeiseizoen
Toen ik uiteindelijk arriveerde, nadat mijn visum zes weken op zich had laten wachten, waren de knolletjes (60.000 per hectare) gepoot met een soort halfautomaat. Mij restte de zorg voor de verdere teelt tot na de oogst.
De aardappeltjes waren gelegd in van tevoren getrokken ruggen die weer waren opengemaakt. In de nu ontstane voor werden de knolletjes gelegd. Daarna werden ze toegedekt met 5 centimeter grond. Op deze wijze ontstond in de rug een gootje om de druppelslang in te leggen.
Slechte structuur
De eerste weken werd de grond rond de knolletjes vochtig gehouden door middel van de bevloeiingslang, zodat de kieming en wortelvorming onder optimale omstandigheden kon plaatsvinden.
Na 14 dagen kwamen de planten op 50 procent van het perceel zeer regelmatig boven. Het andere deel van het perceel bleek te bestaan uit opgebrachte grond uit de waterbekkens, zeer slechte structuur en enorm slempgevoelig. Hier hebben we van alles geprobeerd om de broze plantjes te helpen door te komen, maar dat is maar ten dele gelukt.
Aanaarden
Doordat hier de stand zeer onregelmatig was, gebeurde de eerste keer ‘aanaarden’ met de hand. Gelukkig waren er genoeg werkloze vrouwen in het nabijgelegen dorp. De andere helft werd aangeaard met ‘ouderwetse’ aanaardploegjes. Zulke kleine plantjes kunnen niet onder de grond worden gestopt. Dus was drie à vier keer aanaarden nodig om voldoende rugomvang te krijgen om de verwachte 35-40 ton pootgoed te kunnen bergen. U leest het goed: 35-40 ton pootgoed moest half oktober worden gerooid.
Drie voordelen druppelirrigatie
Eenmaal zover dat de ruggen gevormd waren, was de druppelslang in de rug weggewerkt en groeide het gewas uit tot een normaal aardappelgewas met een goede grondbedekking én met een maximale knolzetting. Niet helemaal onverwacht. Het voordeel van het klimaat en de bevloeiing is een zeer regelmatige knolzetting. Druppelirrigatie heeft drie voordelen: een waterbesparing van 40 procent, een droge buitenkant van de rug (’s zomers geen onkruid en phytophthora) en tot slot is de knolzetting optimaal omdat geen droogtestress optreedt.
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.