Duitse boeren protesteren in München op 8 januari. - Foto: Reuters AlgemeenNieuws

​Voor Duitse boeren is het erop of eronder

Niet alleen voor de Duitse boeren is het vanaf maandag 15 januari in Berlijn een kwestie van erop of eronder, ook voor de Duitse politiek breken maandag twee doorslaggevende weken aan.

Voor de demonstrerende boeren moet vooral blijken hoe groot en hoe succesvol hun demonstratie bij de Brandenburger Tor wordt. En voor de centrumlinkse stoplichtcoalitie moet blijken of het inmiddels afgezwakte bezuinigingsvoorstel overeind blijft.

Meetlat naar succes voor Duitse boeren

Voor de demonstrerende Duitse agrariërs is de meetlat naar succes ogenschijnlijk simpel: hoe groot wordt maandag 15 januari hun landelijke demo in Berlijn? Komen er slechts enkele honderden tractoren, komen er slechts enkele duizenden boeren of wordt Unter den Linden bevolkt door tienduizenden demonstranten en vele duizenden landbouwvoertuigen?

Bovendien vergadert dinsdag 16 en woensdag 17 januari de landbouwcommissie van de Bondsdag, bespreken de ministers van de zestien deelstaten donderdag de bezuinigingsvoorstellen, en begint 19 januari in Berlijn de Grüne Woche. Kortom: veel Duitse boeren waren toch al van plan deze week naar Berlijn af te reizen.

Dempende werking door regionale spreiding

De afgelopen week, op een tiental regionale manifestaties, trokken vele duizenden voertuigen over autosnelwegen naar drukke verkeersknooppunten in verscheidene Duitse steden. De Duitse agrarische organisaties kennen weliswaar een overkoepelend federaal Bauernverband (DBV), maar zijn vooral per deelstaat regionaal georganiseerd. Op deelstaat-niveau ligt hun organisatie- en mobilisatiekracht.

Die regionale spreiding heeft in de Duitse politiek in dit geval een ‘dempende’ werking. Veel taken en bevoegdheden (en budgetten!) zijn ondergebracht bij de zestien deelstaatregeringen. Bundesminister für Ernährung und Landwirtschaft Cem Özdemir (Groenen) is weliswaar federaal bondsminister, maar heeft voor veel van zijn beslissingen de medewerking nodig van de zestien BMEL-ministers van de deelstaten.

Modernisatie Duitse landbouw is nodig

En die ministers zijn van verschillende politieke partijen: momenteel in zes deelstaten zit een CDU/CSU’er op Landbouw. Daarmee valt er in het Duitslandbrede BMEL-beleid dus niet veel te jij-bakken en te verwijten tussen coalitie en oppositie, tussen rood-geel-groen en zwart. Weliswaar zijn vooral de Groenen en de FDP-liberalen het pispaaltje voor teleurgestelde boeren, maar Özdemir pareert dat veelal door ernaar te verwijzen dat het de afgelopen vijftig jaar vooral CDU-ministers waren die (met instemming van de SPD) het Duitse landbouwbeleid hebben gemaakt. En in zijn woorden: vooral níét hebben gemaakt.

Dát er in de Duitse veeteelt en land- en tuinbouw gemoderniseerd zal moeten worden, daarover zijn zelfs veel agrarische ondernemers het wel over eens. Die noodzaak is door de Borchert-Toekomstcommissie (lees: de Duitse Johan Remkes) wel duidelijk gemaakt. En die noodzaak komt heus niet alleen door Berlijnse of Brusselse eisen voor biodiversiteit of dierenwelzijn of klimaat of Green Deal.

Hoe de agrarische transitie betalen?

Maar de Duitse politiek is het er nog steeds niet over eens hoe zo’n agrarische transitie betaald zou moeten worden. Aan de kassa? Of moeten de vleesconcerns, de supermarkten en de chemische industrie maar eens een deel van hun miljardenwinsten gaan teruginvesteren in de voedselproductie?

Mogelijk raakt de Duitse economie in een recessie

De Duitse agrarische sector heeft de afgelopen jaren weliswaar redelijk goed gedraaid, maar moet – net als elders in de andere EU-landen – er rekening mee houden dat er de komende jaren minder inkomensondersteuning zal zijn. En er is nog de nodige ‘achterstand’ weg te werken: zie de nitraatvervuiling en de mestverwerking. Bovendien staat de Duitse economie er minder goed voor dan in andere EU-landen. De komende twee weken worden in Berlijn nieuwe jaar- en kwartaalcijfers gepubliceerd; mogelijk raakt de Duitse economie in een recessie.

Duitse coalitie staat er slecht voor

De populariteit van de Duitse coalitie staat er slecht voor. Radicale politieke en agrarische groepen proberen het debat over de landbouwdiesel te kapen. Vrachtwagenchauffeurs en de treinmachinisten staken al; de boeren trekken nu de straten op. Onder dat slechte gesternte moet de coalitie van bondskanselier Olaf Scholz de komende twee weken proberen een miljardenbezuiniging door de Bondsdag te loodsen. Ook voor de stoplichtcoalitie kon het weleens erop of eronder gaan worden….

Reacties

  1. Als het volk ontevreden is kan het weer gewoon de verkeerde kant op gaan. Dus kan de politiek het beste het volk weer in hun hok krijgen. Dat gaat alleen met het volk samen/ de beurs trekken. Als die beurs leeg is, dan maar de staatsschuld omhoog laten gaan. Als de rust teruggekeerd is, de maatregelingen bekijken/ geld aflossen. Beweegt de politiek niét mee dan krijg je opstand met de leiders aan de macht die de deugers niet willen. Trouwens: het duitse sprookje van na de oorlog is voorbij. De werkers gaan met pensioen en de weinige jeugd wil niet werken.