Bijna helft Vlaamse varkenshouders zonder opvolger
Bijna de helft van de Vlaamse varkenshouders met een afmestbedrijf is 50 jaar of ouder en heeft geen opvolger.
Ook op fokbedrijven heeft 39% geen opvolger of is hier niet zeker van. Dit blijkt uit een enquëte van het Departement Landbouw en Visserij, waaraan eind 2016 bijna 1.200 varkenshouders deelnamen. Het vertrouwen van varkenshouders in de toekomst varieert per soort bedrijf, maar negatieve reacties overheersen.
Zwakke schakel in keten
Bedrijfsleiders van 50 jaar en ouder met opvolger en bedrijfsleiders jonger dan 35 zijn het positiefst. Veel varkenshouders voelen zich de zwakke schakel in de keten. Ze vinden marges niet gelijk verdeeld en stellen dat de boer geen eerlijke vergoeding krijgt.
Betalingsachterstand en laag inkomen
Fokbedrijven lijden het sterkst onder een crisis. Driekwart van de bedrijven signaleert dat het lage inkomen een probleem is en vier op de tien hebben een betalingsachterstand bij een veevoerfabrikant. Fokbedrijven zijn bijzonder kwetsbaar in tijden van crisis. Ze zijn de laatste jaren getroffen door zeer lage biggenprijzen. Daarnaast kampt een aantal, mede als gevolg van de verplichte groepshuisvesting, met een grote investeringslast.
Lage marktprijzen
Als grootste knelpunten voor de toekomst noemen varkenshouders als eerste de lage marktprijzen, gevolgd door kosten voor mestafzet en –verwerking, eisen rond milieu en dierwelzijn, veranderend overheidsbeleid en hogere administratieve lasten.