Frontale aanval Hilckmann op gemeente Nijmegen

Vleesconcern Hilckmann vindt dat een ‘juridische en ongenuanceerde media-aanval’ van de gemeente Nijmegen de correcte afwikkeling van het sluiten van het bedrijf in de weg staat. Hilckmann schrijft dat de gemeente onjuiste informatie verstrekt en vertrouwelijke stukken van het bedrijf naar de pers lekt en vindt kritiek op de financiële afwikkeling onterecht.

De gemeente vraagt zich openlijk af of Hilckmann, formeel Vleeshandel Hilckmann en Slachthuis Nijmegen, subsidies verkeerd heeft besteed. Niet lang voordat het bedrijf vanwege een dreigend faillissement besloot te stoppen, kreeg de onderneming nog €10 miljoen van de gemeente. Het geld was bedoeld voor een verhuizing, maar zou zijn gebruikt om een bankschuld af te lossen.

‘Onterechte verwijtingen’

Hilckmann vindt dat het bedrijf onterecht is verweten, door de gemeente en vakbonden, dat het geen informatie verschaft. “Door de strikt juridische opstelling van de gemeente kan en mag van de directie niet worden verwacht dat zij de verdediging via de pers voert, zo lang de zaak onder de rechter is.” De gemeente zou alleen onder ‘onredelijke’, juridische voorwaarden willen praten met de directie.

Hilckmann noemt een aantal volgens het bedrijf relevante feiten op. Hilckmann begint met de stelling dat al in 2004 werd gesproken over het onteigenen of verplaatsen van de slachterij, die uiteindelijk in 2006 inderdaad is wegbestemd. De nieuwe bestemming werd in 2008 definitief en volgens het bedrijf is afgesproken dat zou worden onderhandeld over een redelijke vergoeding voor de nu verplichte verhuizing.

Rekening van €48 miljoen

Het bedrijf was naar eigen zeggen door de nieuwe bestemming niet in staat diepte-investeringen in de slachterij te doen. De provincie Noord-Brabant liet het bedrijf in april 2015 taxeren en kwam tot de conclusie dat het €28,1 miljoen waard is. Het bedrijf had eerder door ingenieursbureau Arcadis de sluitings- en verhuiskosten laten beramen en kwam zo op een rekening van €48 miljoen.

De gemeente kwam met het bedrijf tot een koopsom voor de opstallen van €27,6 miljoen, waarvan tot op heden volgens de directie nog €6 miljoen moet worden voldaan. Het bedrijf wil geen nadere toelichting geven op de genoemde subsidie of de vraag waarom het bedrijf zo snel in de problemen is gekomen.