Europa nog niet van Afrikaanse varkenspest af

De Europese Commissie vreest dat Afrikaanse varkenspest via Moldavië zal toeslaan in Roemenië. De Commissie is bezorgd over de manier waarop de ziekte in Moldavië, Wit-Rusland en de Russische Federatie wordt bestreden.

Dat bleek tijdens een overleg tussen de landbouwcommissie van het Europees Parlement en de Europese Commissie, donderdag in Brussel. Een woordvoerder van het directoraat-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid maakte duidelijk dat de uitbraak binnen de grenzen van de Europese Unie weliswaar beperkt blijft, maar dat het erg moeilijk blijkt de uitbraak werkelijk uit te roeien.

Wit-Rusland ontkent varkenspest

Tot nu toe is de ziekte binnen de grenzen van de Europese Unie alleen vastgesteld in Letland, Litouwen, Estland en Polen. Verspreiding van de ziekte in buurlanden is vooral problematisch door Wit-Rusland, omdat dat land ontkent dat de ziekte heerst. Volgens de Europese Commissie is dat misdadig. Rusland werkt wel samen op veterinair gebied, door gegevens over uitbraken te verstrekken. Ondertussen heeft Rusland de grenzen voor Europees varkensvlees wel gesloten, in strijd met de handelsregels.

Nog kort geleden zijn nieuwe uitbraken in Polen vastgesteld. De Europese Commissie zegt dat het duidelijk is dat menselijk handelen daarvan de oorzaak is. “Het is crimineel gedrag van iemand die besmette biggen heeft verhandeld vanuit besmet gebied”, aldus de Europese Commissie.

Jacht hoofdzakelijk richten op zeugen

De Europese Commissie wil verspreiding van het virus onder wilde zwijnen bestrijden, door de jacht met name te richten op zeugen. Jagers krijgen daarvoor een premie. Dat is echter tegen de wil van de jagers, die zeugen willen laten leven om verzekerd te zijn van de instandhouding van een populatie om op te jagen. In sommige gevallen wordt het wild ook gevoerd.

Volgens de Europese Commissie blijft de ziekte in het wild aanwezig, onder andere doordat aan de ziekte overleden wilde zwijnen in het wild blijven liggen en daarmee bron kunnen zijn voor nieuwe besmettingen. De ziekte verspreidt zich echter niet of nauwelijks via het wild, omdat wilde zwijnen niet trekken en een betrekkelijk compact leefgebied hebben.