Voerwinst 2015 ver onder langjarig gemiddelde

Zowel zeugenhouders en vleesvarkenshouders sluiten 2015 af met een voerwinst onder het langjarig gemiddelde. Vooral zeugenhouders moeten fors incasseren in 2015. Zeugenhouders realiseerden in 2015 een gemiddelde voerwinst van €400 inclusief BTW en vleesvarkenshouders kwamen in 2015 niet verder dan een voerwinst rond de €70 inclusief BTW.

Dit blijkt uit cijfers van DLV en accountantsbureau’s. Het langjarig gemiddelde waar banken en adviesbureau’s financiële plannen mee doorrekenen, liggen op €490 voor de zeugenhouderij en op €76 voor de vleesvarkenshouderij.

De lagere voerwinst in de zeugenhouderij is vooral te wijten aan de lage biggenprijzen, met daarbij hoge kosten. De vleesvarkenshouders konden wel profiteren van de lage biggenprijzen, maar door de lage afzetprijzen voor vleesvarkens in 2015 hebben ook zij vorig jaar geen buffer kunnen aanleggen voor herinvesteringen. Dit kwam vooral door de onverwachte prijsdalingen van de vleesvarkens in november en december.

Kritieke voerwinst

Gesloten bedrijven hebben in 2015 niet kunnen profiteren van de lage biggenprijzen, maar hadden wel te maken met de daling van de vleesvarkensprijs. De kritieke voerwinst voor zeugenhouders ligt in 2015 rond de €700. Daarin zijn alle kosten meegenomen die na de voerwinst komen, zoals gezondheidskosten, mestafzetkosten, energie, arbeid, water, privé en €160 voor rente en aflossingen.

De verwachting voor marktherstel voor 2016 wordt in de tweede helft van 2016 verwacht.