Exportwaarde Duits varkensvlees blijft achter

Bonn – De Duitse varkenssector exporteert dit jaar 1 procent meer vlees dan vorig jaar. Daarmee heeft de sector het wegvallen van de Russische afzetmarkt in volume weten te compenseren, maar in de verwaarding van het varken heeft de sector nog een flinke achterstand op de situatie voor het Russische importverbod.

Dat zeggen Steffen Reiter en Egbert Klokkers van de afzetorganisatie German Meat in een vraaggesprek met het Landwirtschaftliches Wochenblatt. “Ik schat dat we nog €3 tot €5 per varken toeleggen op de verwaarding,” zegt Steffen Reiter. In Rusland kon de sector grote hoeveelheden spek afzetten tegen een goede prijs. Deze en andere producten kunnen op andere markten alleen met kortingen worden verkocht.

Interessante afzetmarkt

China geldt voor Duitse vleesproducenten als een interessante afzetmarkt, waar nevenproducten als poten, tong, neus en oren tegen hoge prijzen kunnen worden verkocht. Maar ook de gangbare delen van het varken vinden steeds meer aftrek in China, aldus Reiter en Klokkers.

Meer toegang tot Chinese markt

Sinds 2010 mogen Duitse vleesbedrijven rechtstreeks exporteren naar China, mits ze daarvoor toestemming hebben van de Chinese overheid. Tot dusverre hebben acht slachthuizen in Duitsland toegang tot de Chinese markt. Ze hebben de capaciteit om 300.000 tot 350.000 varkens per week te exporteren naar het Aziatische land. Dat aantal zou nog fors omhoog kunnen, aldus Klokkers. Doel is dan ook om kleine en middelgrote vleesondernemingen toegang te laten krijgen tot de Chinese markt.

Japan en Mexico

Andere landen die bij de Duitsers hoog op de lijst staan om verder te ontginnen als exportmarkt zijn Japan en Mexico. Eerstgenoemd land, dat een grote importeur is van varkensvlees, is nog altijd gesloten voor een aantal deelstaten vanwege de uitbraak van varkenspest in 2007.