‘Zeugenhouder levert niet wat mester vraagt’

Sint Isidorushoeve – Nederlandse zeugenhouders leveren gemiddeld niet wat de mester vraagt. Dat is de mening van Paul Reuling, directeur van het gelijknamige handelsbedrijf.

Volgens de handelaar loopt de Nederlandse varkenshouderij enorme risico’s doordat de kwaliteit van de biggen vaak onder de maat is.

Bezuinigen

Die problemen zijn groter dan voorheen. Vanwege de slechte verdiensten in de varkenshouderij ziet Reuling varkenshouders op zaken bezuinigen waardoor de kwaliteit van de biggen verder onder druk komt te staan. Dat vertelde hij dinsdag op een bijeenkomst van dierenartsenpraktijk de Oosthof, welke in het teken stond van PRRS.

Gezondheids- en kwaliteitsproblemen

De scherpe kritiek van de handelaar spitst zich toe op een aantal onderwerpen. Zo wordt er volgens Reuling nog wel eens gerommeld met het off-label-gebruik van entstoffen en worden gezondheidsproblemen niet gemeld. Het opladen van de laatste paar biggen die kwalitatief net onder de maat zijn is een andere ergernis van de handelaar.

‘Nederlandse big krijgt in Duitsland 5,5’

Als gevolg van deze zaken becijfert Reuling het imago van de Nederlandse big in Duitsland met een 5,5. De Deense big krijgt van Reuling een 7 en de Duitse big zelf waarderen de Duitsers met een 8. Als gevolg daarvan zijn Duitse mesters bereid om €6 extra te betalen voor deze Duitse big.

Aandacht voor stabielere gezondheid dieren

Om slagen te maken moet er volgens Reuling meer aandacht zijn voor speenleeftijd, bezettingsgraad, genetica en bovenal voor een stabielere gezondheid van de dieren. Om op dat gebied tot verbetering te komen werkt Reuling met een eigen kwaliteitsprogramma, genaamd NetPorc, waarin zoveel mogelijk gegevens over de achtergrond van de biggen worden verzameld.

Het enten van de biggen tegen circo en mycoplasma is voor Reuling een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen voldoen aan de wensen van de mester in binnen- en buitenland.

Kwaliteitsaspect voer uit het oog verloren

In de toekomst ziet Reuling ook graag meer aandacht voor de kwaliteit van het voer. De afgelopen jaren is er volgens hem veel aandacht gewicht voor de voerkosten, waarbij het kwaliteitsaspect uit het oog is verloren. Zo is oornecrose volgens hem vooral een Nederlands probleem dat in grote mate te wijten is aan voer van onvoldoende kwaliteit.

Roer moet bij meer mensen om

Reuling benadrukt dat er ook een grote groep vermeerderaars is die hun vak wel voor 100 procent verstaan en kwaliteit leveren. Wil Nederland als geheel stappen zetten moet echter bij meer mensen het roer om. “Want,” zo vertelt de handelaar, “uiteindelijk is de bigkwaliteit de levensader van een vermeerderaar”.