Rosenthal: mes niet in varkensstapel VarkensNieuws

Rosenthal: mes niet in varkensstapel

Uri Rosenthal ziet geen heil in het verkleinen van de varkensstapel om daarmee de malaise in de sector te lijf te gaan. Dat schrijft de voorzitter van de regiegroep Vitale Varkenshouderij in een persbericht waarin zijn eerste bevindingen staan.

“Er is wereldwijd een groeiende vraag naar kwalitatief goed én veilig varkensvlees. Nederland kan dat efficiënt produceren. Als wij minder varkens gaan houden, zullen andere landen snel ons marktaandeel overnemen.” Minder varkens leiden volgens Rosenthal niet tot prijsherstel en resulteert slechts in een kleinere sector.

Varkenshouders moeten focus verleggen naar wereldmarkt

Om uit de crisis te komen is het volgens Rosenthal nodig dat varkenshouders de focus verleggen van Noord-West Europa naar de wereldmarkt. “Europa is een krimpende markt met een zware concurrentie. Het vizier moet meer worden gericht op de exportkansen die er zijn.” Daarbij doelt Rosenthal vooral op Azië en Afrika. In die werelddelen ziet hij de vraag naar varkensvlees toenemen en zeker ook de vraag naar delen die in Europa niet worden gegeten zoals poten, staarten, oren en snuiten.

Varkenshouder profiteert niet

Verder benadrukt Rosenthal dat er sprake is van een ongelijke verdeling van de marges in de varkenshouderij.

“In Nederland verdient iedereen een boterham aan de varkenshouderij, behalve de varkenshouder zelf. Dat is niet nieuw, maar het is wél belangrijk om deze constatering te doen, zodat we vanaf daar kunnen bouwen aan een gezonde situatie in de keten.”

Dit zegt Uri Rosenthal aan de vooravond van een reeks bijeenkomsten waar de Nederlandse varkenshouders worden geraadpleegd over zijn bevindingen. De meningen en ideeën van de varkenshouders worden meegenomen naar de tweede fase van het project waarin de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) Rabobank en het ministerie van Economische zaken samenwerken.

Uitvoeringsfase

Over de vraag hoe veranderingen in gang gezet moeten worden laat Rosenthal zich in het persbericht niet uit. Vanwege een verblijf in China was hij ook niet bereikbaar voor commentaar. Volgens de POV wordt in de tweede fase van het project gekeken hoe één en ander in gang gezet kan worden. De tweede fase is de zogenaamde uitvoeringsfase.

Een andere constatering van Rosenthal is dat het ontbreekt aan samenwerking in de keten.

“Varkenshouders moeten richting de markt als collectief optreden. Samen een vuist maken en meer samenwerken met andere partijen, zodat de varkenshouder niet de laatste restjes van de marge krijgt, maar een eerlijke prijs.”

Stoppen of doorgroeien

Voor varkenshouders die geen toekomstperspectief hebben, moet volgens Rosenthal gekeken worden naar wat nodig is om op een verantwoorde manier te kunnen stoppen. ‘Daardoor ontstaat ruimte voor andere varkenshouders die wel kunnen doorgroeien.’ Over hoe dat vormgegeven moet worden laat Rosenthal zich niet uit.

Beheer
WP Admin