Onvrede over Vereinigungspreis groeit

Damme – De onvrede bij de Duitse varkenshoudersvakbond ISN over de Vereinigungspreis voor vleesvarkens groeit met de week.

Sinds april dit jaar noteert de Vereinigung der Erzeugergemeinschaften für Vieh und Fleisch (VEZG), de partij achter de producentenprijs, op woensdag. Voorheen kwam de VEZG later in de week naar buiten met de prijs, op vrijdag.

In het Landwirtschaftliches Wochenblatt Westfale-Lippe zegt ISN-marktspecialist Matthias Quaing dat producenten begin mei de kans op een hogere varkensprijs verspeelden. Volgens hem was het varkensaanbod dusdanig klein dat een hogere prijs begin mei niet mocht uitblijven.

Het prijsverschil tussen de internetveiling van de ISN en de Vereinigungpreis liep half mei op tot 9 cent per kilo geslacht-gewicht. Volgens ISN-cijfers brachten de geveilde varkens in 2013 gemiddeld 4,1 cent per kilo geslacht-gewicht meer op dan de Vereinigungspreis noteert. Het prijsverschil tussen de veiling en de producentenprijs loopt dus hard op.

ISN maakt zich zorgen dat de toonaangevende varkensprijs in Duitsland, en ver daarbuiten, in hun ogen niet juist de markt weergeeft. Uit de prijsvergelijking van ISN blijkt dat Duitsland vierde staat op hun uitbetalingsranglijst van Europese landen. Franse en Deense varkenshouders beuren ondertussen meer voor hun varkens dan Duitse boeren.

Ook voor Nederland is het slecht, mocht de VEZG zijn producentenprijs niet scherp neerzetten. Jaarlijks exporteren Nederlandse varkenshouders vier miljoen slachtvarkens naar Duitsland. Daarnaast volgen slachterijen in Nederland doorgaans het prijsverloop van de Vereinigungspreis.

De varkenshouders zijn de klos van een zwakke notering, terwijl die het geld hard nodig hebben, stelt Quaing. ISN ziet het liefst dat VEZG weer op vrijdag gaat noteren, omdat later in de week nog veel marktinformatie naar boven komt die relevant is voor de notering. De ISN wilde overigens nooit dat de VEZG op woensdag ging noteren.