Saldo varkenshouder stijgt door lagere kosten voer en biggen

Den Haag – Het gemiddelde saldo van vleesvarkenshouders steeg in augustus en september met ruim €1.700 naar ruim €14.600 ten opzichte van juli. Dat blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut LEI.

De verhoging van het saldo van vleesvarkenshouders in augustus en september is geen gevolg van hogere opbrengsten van het afgeleverde slachtrijpe dieren. Integendeel: die opbrengst daalde met €2.400 tot €4.000 naar respectievelijk €59.500 en €57.900 per maand.

Dat is een forse tegenvaller voor vleesvarkenshouders. Zij rekenden afgelopen voorjaar op hogere prijzen in augustus en september, maar komen flink bedrogen uit.

De daling van de voerkosten in augustus en september met respectievelijk  €800 tot €1.700 naar €25.700 en €24.800 ten opzichte van juli maakt de tegenvallende opbrengst van vleesvarkens voor een deel goed.

De grootste winst halen vleesvarkenshouders met een flinke daling van hun aankoopkosten voor biggen. Die zakte in augustus en september met respectievelijk €3.500 tot €4.000 naar €17.700 en €17.000. Daardoor hebben vleesvarkenshouders nog voldoende inkomen.

Dat laatste is niet het geval bij vermeerderaars. Hun saldo daalde in augustus en september met respectievelijk €9.900 tot €11.300 naar €14.700 en €13.200. Dat is het laagste niveau sinds juli 2013. Zeugenhouders realiseerden tot en met juli wel een positief inkomen. De biggenopbrengst daalde in augustus en september met respectievelijk €10.600 tot €13.000 naar €61.100 en €58.700 vergeleken met juli. De voerkosten daalden daartegen met respectievelijk €500 tot €1.300 naar €32.200 tot €31.500.