VarkensOpinie

Geen megabedrijven

Het lijkt onvermijdelijk dat er een maximale bedrijfsomvang komt. Dat kan uiteindelijk voordelig zijn.

Al vele jaren richten burgergroeperingen zich massaal tegen megabedrijven. De gevolgen zijn duidelijk. De bouwblokken zijn in heel Nederland gemaximaliseerd. Verschillende provincies proberen extra eisen aan bedrijfsuitbreidingen te stellen. Complete nieuwbouw is waarschijnlijk niet meer mogelijk en LOG-gebieden worden afgeschaft.

Ook in Duitsland gaat het dezelfde richting op. Daar zijn de burgercampagnes sterk gericht tegen Massentierhaltung. Het doel, minder grote bedrijven, is in beide landen gelijk, de reden echter niet. In Nederland wil men kleinere bedrijven, omdat grote bedrijven een te grote invloed hebben op het milieu en de volksgezondheid. In Duitsland is men tegen grote veehouderijbedrijven omdat de dieren daar niet goed verzorgd kunnen worden. Milieu of volksgezondheid is daar een veel kleiner probleem omdat er genoeg ruimte is voor de bedrijven. Dit heeft ertoe geleid dat Straathof heeft moeten besluiten een van zijn grootste zeugenbedrijven met meer dan 8.000 zeugen leeg te draaien. Er zullen nog veel rechtszaken volgen voordat duidelijk is wie opdraait voor de kosten, maar het is voor mij duidelijk dat het in één keer 5-0 is voor de tegenstanders. Zowel in Duitsland als in Nederland krijgen de tegenstanders grote politieke steun.

Zowel in Duitsland als in Nederland eisen politieke partijen dat er grenzen komen aan de maximale bedrijfsgrootte. En ondanks dat deskundigen hier zeggen met een groot bedrijf de omgeving niet te schaden en het in Duitsland ook op een groot bedrijf mogelijk is goed of zelfs beter voor de varkens te zorgen, zal de politiek uiteindelijk winnen.

Een maximale locatiegrootte, en dat dan Europees bepaald, zal zelfs voor de veehouderij uiteindelijk alleen maar voordelen bieden. Ik spreek duidelijk over locatiegrootte en niet over bedrijfsgrootte. Een groot bedrijf heeft dan verschillende locaties. Het verslechtert de concurrentiepositie van een individuele varkenshouder niet en biedt toch nog verschillende schaalgroottemogelijkheden. Zo kan een groot bedrijf management, voer, gezondheid en fokkerij centraal regelen voor de verschillende locaties. Uiteraard zullen de gebouwkosten per plaats en de arbeidskosten iets hoger zijn, maar daar krijgt de omgeving en daarmee uiteindelijk ook de varkenshouder, veel voor terug. Zaak is nu nog om te bepalen wat de maximale locatieomvang moet zijn. Laten we ons richten op Smithfield, in Amerika, met 800.000 zeugen een redelijk groot bedrijf. Zij kiezen voor locaties van circa 2.500 zeugen of 10.000 vleesvarkens, nooit gesloten bedrijven. Zij doen dit weer om een heel andere reden: dier­gezondheid. Iets wat hier eigenlijk ook belangrijk zou moeten zijn en waar niemand over praat.

Beheer
WP Admin