Voer en water proeven

Smakelijk voer en schoon water dat je zelf zou kunnen eten en drinken is de basis voor een goede gezondheid. ?Dat geldt zeker voor jonge biggen.

Heeft u wel eens biggenvoer geproefd? Enkele jaren geleden zou ik dit een heel vreemde vraag gevonden hebben. Ik heb namelijk eerder als dierenarts in een kliniek voor gezelschapsdieren gewerkt. Bij honden en katten zijn veel gezondheidsproblemen gerelateerd aan voeding. Kennis hiervan is dan ook erg belangrijk om een diereigenaar goed te kunnen adviseren. Ik ben echter nooit in de verleiding gekomen het voer dat ik voorschreef zelf even te proeven.

Toen ik als dierenarts in de varkenshouderij ging werken, viel het me al snel op dat de voervoorlichter tijdens de rondgang op een bedrijf zijn vinger wel eens in de brij stak om even het voer te testen. Dat geeft natuurlijk wel vertrouwen, om zo te kunnen laten zien dat er niks mis is met de smaak en kwaliteit van het voer. En eigenlijk wel logisch…

Zowel mensen als varkens zijn alleseters. Het maag-darmkanaal van het varken wordt in proeven als model gebruikt voor darmgezondheid bij de mens. Het darmpakket van varkens is wel wat langer dan dat van ons: een varken van ongeveer 35 kilo heeft al een maag-darmkanaal dat even lang is als dat van de volwassen mens, namelijk ruim 8 meter. De darmflora van een natuurlijk gespeende big van 10 kilo kan worden vergeleken met dat van een kleuter.

De meeste biggen worden echter veel lichter gespeend en het spenen gaat niet geleidelijk, maar abrupt. We vragen dus nogal wat van deze jonge dieren. Soms zijn ze net drie weken oud, amper 5 kilo zwaar en ineens bij hun moeder en de smakelijke, voedzame en beschermende melk weg. Het is dan eigenlijk vanzelfsprekend dat ze een optimale verzorging vragen om goed op te kunnen starten.

Het speenvoer heb ik inmiddels uit nieuwsgierigheid wel eens geproefd. Het ruikt lekker en smaakt ook goed; het lijkt op de cruesli die ik elke ochtend eet. Maar al na enkele korreltjes valt meteen op dat het heel erg droog is. Ik kan me voorstellen dat biggen heel vlot water moeten kunnen drinken om zo ook voldoende voer op te kunnen nemen.

Water bijgeven in voerkommen is daarom erg nuttig. Biggen drinken dan toch net wat meer dan wanneer ze om beurten aan de drinknippel moeten.

Een papje maken met voer werkt prima. Maar steekt u uw vinger in een vieze kom met uitgezakte brij waar dode vliegen in drijven? Dergelijke voerkommen zijn broeibakken voor bacteriën. Als het niet lukt meerdere keren per dag kleine beetjes pap te geven en de bakken schoon te houden, zal het de biggen niet helpen goed te leren eten.

En ook voor water geldt: durf je het zelf te drinken? Water is bij binnenkomst uit de waterleiding of eigen bron kwalitatief vaak wel in orde.

Maar hoe gaat het dan verder? Tussen het moment van aanvoer van voer en water op een bedrijf en het moment dat het samen in de voerbak van de big terechtkomt kan er veel fout gaan. Smakelijk voer en schoon water, dat je zelf zou kunnen eten en drinken is de basis voor een goede gezondheid. Dan kan de smaakpolitie gerust langskomen…