Focus op antibiotica

Druk tot antibioticavrij produceren blijft. Varkenshouders en dierenartsen moeten echt samenwerken.

Het Nederlandse antibioticabeleid blijft een belangrijk gespreksonderwerp. Eerste waren vooral de positieve geluiden te horen over een beperktere inzet, het antibioticagebruik is al jaren aan het dalen. De ‘doxy-dagen’ zijn voorbij en de meeste bedrijven kunnen zich ermee redden. Toch klinken er ook steeds meer kritische ­geluiden. De strikte wetgeving geeft ook steeds ­vaker problemen. Het is vooral het beleid rond het inzetten van eerste- en tweedekeuzemiddelen dat schuurt. Eerste keuzemiddelen geven niet altijd het gewenste resultaat, tweedekeuze middelen zijn niet meer zo makkelijk en snel in te zetten. Dat kan extra problemen geven in de stal, zoals hogere uitval. Om zaken zo probleemloos mogelijk te laten gaan, stijgt de inzet van vaccins.

Ondanks geconstateerde problemen met uitvoering is het belangrijk dat de probleembedrijven een tandje bijzetten. Met een laag antibioticagebruik wordt namelijk een van de belangrijkste wapens tegen de varkenshouderij weggenomen. En het zijn juist probleembedrijven die makkelijk als voorbeeld zijn aan te halen. Die vlieger gaat natuurlijk ook op voor dierenartsen die veel meer voorschrijven dan collega’s. Het is daarom een goede ontwikkeling dat ook het voorschrijfgedrag van dierenartsen bekend is en waar nodig is in te grijpen.

De wetgeving verplicht varkenshouder en dierenarts nauwer samen te werken. Maak daar ook 
gebruik van, zodat de inzet van de arts meer is dan alleen groen licht om een antibioticum te kunnen gebruiken. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de dierenarts, 
om structureel mee te werken aan verhoging van de gezondheid en het oplossen 
van problemen. Dat is best eens een pittig 
gesprek waard.

Het lage fruit is gemakkelijk geplukt, maar nu komt het eropaan. Juist om genoeg mogelijkheden te houden om in te grijpen als het écht misgaat, is het belangrijk dat de sector het herwonnen vertrouwen van de overheid waarmaakt.