Topigs: focus op efficiency, niet op uitbreiding

“Varkensvleesexporterende landen kunnen beter investeren in efficiency dan in uitbreiding.” Dat schrijft Jan Sallevelt, internationaal directeur ki en business development van fokkerijorganisatie Topigs Norsvin.

Reden is dat de Chinese importbehoefte van varkensvlees afneemt. Voor het importvolume dat overblijft, zal de prijs dalen. Dat komt omdat China tegen een steeds scherpere prijs varkensvlees produceert. Dit geeft druk op de binnenlandse varkensvleesprijzen.

In zijn blog schrijft Sallevelt dat in China veel wordt geïnvesteerd in grote, goed uitgeruste varkensbedrijven. Een voorbeeld is het nieuwe bedrijf van Yangxiang met 30.000 zeugen. Dit bedrijf hanteert hoge welzijns- en milieunormen.

China gaat in eigen varkensvleesbehoefte voorzien

Op termijn zijn de Chinese varkensbedrijven in staat het eigen land te voorzien van voldoende, hoogwaardig vlees. Dat kan zomaar binnen tien jaar het geval zijn, denkt Sallevelt. Nu profiteren varkenshouders in Europa en de Verenigde Staten nog van de grote Chinese importbehoefte aan vlees. Hoelang de importvraag aanblijft, is lastig aan te geven. Reden is dat de binnenlandse vraag groeit en in China het aantal zogeheten achtertuinvarkens afneemt.

Rusland grotendeels zelfvoorzienend in varkensvlees

Sallevelt gaat er hoe dan ook van uit dat China op middellange termijn zelfvoorzienend is op gebied van varkensvlees. Het land volgt daarmee de ontwikkeling in buurland Rusland, dat al grotendeels zelfvoorzienend is als het gaat om varkensvlees.