VarkensAchtergrond

‘De varkenshouderij van nu is hogere wiskunde’

Het kennisaanbod moet beter gestroomlijnd worden om de krimpende varkenshouderij te helpen overleven. De POV werkt aan een plan.

De veranderingen in de varkenshouderij gaan snel. Bedrijven worden groter met meer personeel, automatisering en nieuwe technieken. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden en kennis en daar moet het onderwijs op inspelen, zegt Eric Douma.

De varkenshouder en LTO-bestuurder uit Oosterwolde trekt in de producentenorganisatie POV als vicevoorzitter de kar om de kennisoverdracht in de sector naar een hoger plan te tillen. Het kennisaanbod moet beter gestroomlijnd worden en toegesneden op een krimpende en veranderende sector, stelt Douma. Dat geldt voor het onderwijs en de (bij)scholing daarna, in het jargon ‘leven lang leren’ genoemd.

Kennisoverdracht moet aansluiten op veranderingen

Stroomlijnen is één, minstens zo belangrijk is herijking van het aanbod zodat de kennisoverdracht beter aansluit op de veranderingen in de sector. Douma: “Automatisering en nieuwe technieken veranderen het werk in de stallen. Handelingen worden lichter. Je moet in teamverband gaan werken. Je ziet ook steeds meer vrouwen in de varkenshouderij.”

Vakmanschap is niet meer genoeg

Al deze veranderingen vragen om vaardigheden en kennis die lang niet alle varkenshouders hebben. Vakmanschap is niet meer genoeg, de varkenshouder moet zich manifesteren als ondernemer. Douma: “De varkenshouderij van nu is hogere wiskunde. De kosten die andere landen niet hebben maar wij wel, moet je opvangen met ondernemerschap.”

Een varkenshouder aanzetten tot bijscholing is lastig

De varkenshouder die dat niet kan, moet bijleren. Maar: “De varkenshouder krijg je slecht van z’n erf af”, zegt projectleider Gerdien Kleijer van Projecten LTO Noord en VarkensNET, het landelijk netwerk voor ontwikkelen en delen van kennis in de sector.

Kleijer ziet niet alleen dat het lastig is varkenshouders aan te zetten tot bijscholing van zichzelf of het personeel, ook het zelfregulerend vermogen kan beter. Ze noemt het voorbeeld van de adviseurs. “Er zijn erfbetreders die heel behoudend zijn. Ze zijn niet prikkelend, ze houden geen spiegel voor. Niet iedereen durft dat.”

[([002_174_rb-image-2687089.jpeg]:inzetgroot)]

Een groep cursisten bezoekt een mengvoerfabriek. Voor een goede bijscholing is het nodig om soms ook letterlijk verder te kijken dan het eigen erf. Foto:Jan Zandee

Beroepsonderwijs kan veranderingen nauwelijks bijbenen

Het is ook lastig om verbindingen te maken tussen sector en onderwijs, zo blijkt tijdens kennissessies en innovatiedagen. Op de docentendag die VarkensNET jaarlijks organiseert zijn ze present, maar als ­Kleijer avonden voor varkenshouders organiseert, ziet ze daar maar weinig docenten. “Die zijn altijd druk.”

Die constateringen sluiten aan bij de kritiek in de sector dat het beroepsonderwijs de veranderingen in de sector nauwelijks kan bijbenen. Het groene beroepsonderwijs levert bovendien te weinig studenten af, waardoor de instroom van jong, goed opgeleid personeel al jaren achterblijft bij de vraag in de sector.

Zo schiet de kennisoverdracht op meerdere vlakken tekort. En dat terwijl goed onderwijs en permanente bij- en nascholing cruciaal zijn om de krimpende varkenshouderij te helpen overleven in een kritische en veeleisende samenleving, producerend voor een hevig concurrerende internationale markt.

Poging tot stroomlijnen van kennis

Op de algemene vergadering in juni gaven de POV-leden het groene licht om tot een betere samenwerking te komen tussen kennisorganisaties. De bundeling moet tot meer efficiëntie, structuur en verbetering leiden in het aanbod van kennisoverdracht.

Sindsdien is de POV bezig met inventariseren. In een aftrapbijeenkomst in juni kwamen alle instanties bijeen die zich bezighouden met kennisoverdracht: mbo, hbo, wetenschappelijk onderwijs, en ook initiatieven als VarkensNET, Stichting KPV, Varkess, ZLTO Ondernemerscoach en de Snuitgeverij.

[([003_620_rb-image-2687060.jpeg]:inzetgroot)]

Studenten van de agrarische hogescholen en jonge professionals krijgen op het onderzoekscentrum Sterksel les in biggen behandelen. Foto: Fotoburo Bert Jansen

Samenwerking met behoud van eigen identiteit

Deze opsomming aan instellingen is de weerslag van het versnipperde aanbod van onderwijs, cursussen, bijscholingsmodules, inspiratie- en praktijkdagen. De poging tot stroomlijnen betekent niet dat instellingen samengaan of worden opgeheven, aldus Douma: “Het gaat om samenwerking met behoud van eigen identiteit.”

Er moet een netwerk ontstaan met verbindingen tussen onderwijs en praktijk, en ook tussen de scholen en de instellingen die zich bezighouden met na- en bijscholing. De noodzaak tot samenwerking wordt breed gedeeld. “Je hebt kritische massa nodig om kwaliteit in de benen te houden”, zegt Jan Pieter Janssen, voorzitter van de AOC Raad, de koepelorganisaties van de aoc’s, de groene mbo-instellingen.

Langlopende disputen

In het smeden van nieuwe samenwerkingsvormen, zullen partijen over eigen schaduwen heen moeten springen. Want er zijn langlopende disputen. Zo wil de sector in het mbo centralisatie van het onderwijs voor de varkenshouderij, een ontwikkeling waar de aoc’s huiverig voor zijn. Omgekeerd kritiseert het onderwijs de sector voor het slechte imago van de varkenshouderij waardoor jongeren niet kiezen voor een toekomst in de sector.

Douma kent de kritieken. Hij vindt dat de sector moet verbeteren en zich ‘pro-actiever’ moet opstellen als het bijvoorbeeld gaat om het verbeteren van het beeld dat bestaat van de sector. “We moeten de jeugd inspireren. Dat gebeurt al, maar te versnipperd. Dat moeten we als uitvoeringsorgaan POV beter regisseren. En ook faciliteren met een financiële bijdrage voor bedrijven die zich daarvoor inzetten.”

Zo moet de POV zelf ook bijdragen aan betere kennisoverdracht in de sector. In november moet er een beleidsplan liggen dat in de algemene ledenvergadering van de producentenorganisatie besproken wordt.

Hoe beoordeelt u dit artikel?

 
pollcode.com free polls
Beheer
WP Admin