height:550px VarkensAchtergrond

Spaanse varkenshouderij heeft groeiambities

Na een aantal slechte jaren maakt de Spaanse varkenshouderij zich op voor groei in productie. De sectorstructuur werkt in het voordeel.

Spanje, het land dat bij velen associaties oproept met zon en vakantie, is voor het varkenshoudende deel van Nederland vooral bekend als biggenafnemer en als concurrent op de vleesmarkt. Voor enkele varkenshouders is Spanje het land van een tweede locatie. Sommigen zijn nog steeds succesvol, anderen hebben hun Spaanse avontuur al lang afgebroken.

Volgens Carlos Martin Moreno, productmanager varkensvoeders bij voerfabrikant Nanta, hebben de Nederlanders in Spanje een goede naam. “Ze hebben een hoge productie en doen het goed. Ik denk dat ze de ontwikkeling van de varkenshouderij in de regio Lérida een impuls hebben gegeven.”

Grote productie

Lérida is het gebied dat het hart vormt van de Spaanse varkenshouderij. het ligt in de regio Catalonië. Ook slachterijen, voerfabrikanten en integraties zijn hier in het Noordoosten sterk vertegenwoordigd.

Spanje telt ongeveer 25 miljoen varkens, waarvan 2 miljoen zeugen. De productie is daarmee ongeveer het dubbele van die in Nederland. De diversiteit aan bedrijven is groot: er zijn duizenden kleinschalige, gemengde of hobbymatige bedrijven, en ook ondernemingen met tienduizenden zeugen. Dat zijn meestal bedrijven die onder contract staan van een integratie. Waar in Nederland bij nieuwbouw over rond 1.000 zeugen wordt gesproken, is dat in Spanje minimaal het dubbele aantal.

[([002_rb-image-1787792.jpeg]:inzetgroot)]

Spaanse varkensstallen zijn vaak wit en relatief laag. Beperkingen aan een bouwblok zijn er nauwelijks, zodat er veel ruimte is.

Contracten met integraties

Naar schatting vindt 80 tot 85 procent van de Spaanse productie binnen een integratie plaats. Spanje telt ongeveer vijftien substantiële integraties. Veruit de grootste is Vall Companys met 180.000 zeugen, eigen voerfabrieken en varkensafzet.

Een integratie is meestal eigenaar van de dieren en levert het voer. Ze maakt afspraken met slachterijen over de varkensafzet. De gemiddelde contractvergoeding verschilt per regio en ligt rond € 11 tot € 12 per vleesvarken en € 14 tot € 15 per afgeleverde big.

Integraties werken vaak met meerdere slachterijen samen en hebben zodoende verschillende concepten. In samenwerking met integraties vindt min of meer gestuurde uitbreiding plaats.

Gestopt met zeugen

De afgelopen jaren zijn veel kleine zeugenhouders gestopt of overgestapt op vleesvarkens. In veel gevallen zijn ze daarbij een contract met een integratie aangegaan. Volgens Moreno van Nanta zijn in die hoek de hardste klappen gevallen. Zeker toen in 2013 alle bedrijven groepshuisvesting moesten hebben, was dat voor velen een reden te stoppen met de zeugen. “De kleine bedrijven waren de zwakke schakels in de keten. Nu is de sector sterker geworden.”

[([003_rb-image-1787800.jpeg]:inzetgroot)]

De afgelopen jaren zijn veel zeugenhouders gestopt. Blijvers richten zich op technische resultaten.

Forse exportstijging

Naast het warme klimaat, de eenvoudige houderijsystemen en minder wettelijke eisen, is een belangrijk verschil met Nederland dat de Spaanse sector ambitie heeft om fors te groeien. Spanje is de afgelopen decennia opgeklommen tot de tweede varkensvleesproducent in de EU.

Met 3,4 miljoen ton laat het Nederland (1,3 miljoen ton) ver achter zich. Duitsland staat met 5,5 miljoen ton nog altijd bovenaan. Volgens Spaanse marktdeskundigen wordt een jaarlijkse groei van 1 miljoen varkens verwacht.

Een belangrijke motor achter de Spaanse productiestijging is de export. Vorig jaar voerde het land 1,5 miljoen ton varkensvlees uit, circa 40 procent van de productie. Veelzeggend is dat Spanje in 2014 de export naar derde landen wist te vergroten en daarmee het wegvallen van de Russische export kon opvangen. De cijfers staan in schril contrast met vroeger tijden. Vóór 2000 moest Spanje de helft van de eigen consumptie invoeren, vooral in de vorm van biggen en vleesvarkens.

Beheer
WP Admin