VarkensAchtergrond

Al het varkensvlees duurzaam in 2016

Volgend jaar gaan supermarkten over op het Varken van Morgen, voor zover zij dat nog niet zijn. De meeste doen dat onder het Beter Leven-keurmerk.

Beter Leven-varkens zijn momenteel zeer gevraagd. Dat bleek al eind oktober tijdens de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij (LIV) in Hardenberg. Alle varkenshandelaren vroegen daar om Beter Leven-varkens. De reden is dat supermarkten die zijn aangesloten bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), zich vanaf 1 januari 2016 dienen te houden aan door henzelf gemaakte afspraken over de verduurzaming van het varkensvleesschap.

Meer vraag naar Beter Leven-varken

Die ontwikkeling is de voedingsbodem voor de stijgende vraag naar het Beter Leven-varken. Het merendeel van de supermarkten die onder het CBL valt, heeft het Beter Leven-vlees al in de schappen. Andere supermarkten zullen volgen of verduurzamen het verse varkensvlees zonder daar dit keurmerk op te plakken. In het laatste geval wordt wél voldaan aan het Varken van Morgen.

Vleesverwerkers nemen de milieu-eisen van het Varken van Morgen op in het Beter Leven-concept van de Dierenbescherming. Dit voorkomt dat slachterijen diverse vleesstromen uit elkaar moeten houden, wat voor hen de logistieke kosten verhoogt. Zo kunnen zij met één standaardvarken voldoen aan de uiteenlopende vraag van de retail. De ene supermarkt wil vlees verkopen met het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming. De andere wil daar niet in investeren, maar dient zich wel te houden aan de CBL-afspraken over het Varken van Morgen. Supermarkten krijgen dus varkensvlees geleverd dat voldoet aan de in 2013 gemaakte afspraken met LTO en milieu- en dierenwelzijnsorganisaties over het Varken van Morgen én dat voldoet aan het in 2010 geïntroduceerde Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.

Geen goudmijn

De vraag vanuit de supermarkten naar dit varken groeit en handelaren zoeken daar producenten bij. Deelname is ook mogelijk voor boeren die naar Duitsland exporteren. Slachterijen als Tönnies en Westfleisch verwerken ook Beter Leven-dieren. De handel ziet het Beter Leven-keurmerk als een breed concept dat kansen biedt voor de varkenshouders.
Als een goudmijn voor de boer moet het echter niet worden gezien. Varkenshouders krijgen gemiddeld zo’n 10 cent toeslag per kilo, maar ze maken ook meer kosten. Zeker in de beginfase. Adviesgroep DLV berekent de meerkosten op gemiddeld 9,3 cent per kilo geslacht-gewicht.

Extra richtlijnen

De stal moet aan extra richtlijnen voldoen. Denk bijvoorbeeld aan afleidingsmateriaal voor de varkens; het moet aan verschillende eisen voldoen. Het materiaal moet bijvoorbeeld afbreekbaar, bijtbaar en wroetbaar zijn, en de dieren moeten zich kunnen schuren. Bij groepen van veertig of meer dieren geldt een oppervlakte-eis van 0,9 vierkante meter per vleesvarken in plaats van 1,0. Dan moet stro worden verstrekt in bijvoorbeeld een ruif of stroswing en er moet een opvang zijn voor zieke dieren. Het is maar een kleine greep uit de voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Het Varken van Morgen-concept richt zich ook sterk op milieu-eisen. De varkenshouder moet bijvoorbeeld 100 procent groene stroom gebruiken en voldoen aan verschillende eisen bij de emissie van ammoniak.

Tijdens de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij in Hardenberg zochten handelaren driftig naar meer Beter Leven-varkens. De vraag komt van supermarkten.

Tijdens de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij in Hardenberg zochten handelaren driftig naar meer Beter Leven-varkens. De vraag komt van supermarkten.


Ruud Ploeg

 

Veel interesse

Handelaren zien interesse van varkenshouders om over te stappen op het Beter Leven-concept. Niet verwonderlijk in de huidige marktsituatie. “Varkenshouders zoeken naar alternatieven om hun brood te verdienen”, zegt account en concept manager Everhard Rozendaal van varkenshandel Posthouwer Boerkamp. “Om over te stappen op het Beter Leven-concept hoeven de mesters relatief weinig te investeren. Terwijl de kosten behoorlijk kunnen worden gedrukt.” Rozendaal noemt als voorbeeld de hoge kosten voor het afvoeren van mest. “Per kuub wordt nu zo’n € 24 betaald. Twee varkens minder per hok scheelt enorm. Zeker op jaarbasis.”

Voorwaarden Beter Leven

Overstappen op het Beter Leven-concept kan echter niet zomaar. In de eerste plaats komen diverse bedrijven niet in aanmerking omdat ze niet aan de gestelde eisen (kunnen) voldoen. Gesloten bedrijven met meer dan 600 zeugen mogen niet aan het concept meedoen; die zijn te groot. Vooraf is overleg met de handelaar en slachterijen noodzakelijk. Er moet vraag zijn naar het vlees. Slachterijen geven aan dat de vraag naar vlees met het Beter Leven-keurmerk de laatste tijd fors is gegroeid.

Het verwerken van de welzijns- en milieuvriendelijk geproduceerde varkens gebeurt apart van het slachtproces van de reguliere varkens. Bij slachterij Van Rooi Meat in Helmond zeggen ze erg streng te zijn in de kanalisatie van de Beter Leven-dieren. Dat moet ook wel, want een keer in de zoveel tijd worden controles uitgevoerd om te kijken of alles wel volgens het Beter Leven-concept wordt gedaan.

De meeste supermarkten voeren het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.

De meeste supermarkten voeren het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.


Ruud Ploeg

 

Minder mestproductie

De vraag naar Beter Leven-vlees groeit. Varkenshouder Dick van der Vegt in Dalfsen (Ov.) is voorzitter van leveranciersvereniging Starvarkens. Het is een groep van 160 varkenshouders die produceren voor het Good Farming Star-concept van Vion en daarmee voldoen aan zowel het Beter Leven-keurmerk als het Varken van Morgen. Hij weet te vertellen dat handelaren hard op zoek zijn naar ‘duurzame varkens’ en daarbij hoge toeslagen bieden om de dieren te krijgen. Een DLV-adviseur laat zich ontvallen dat in extreme gevallen de toeslagen momenteel oplopen tot 15 cent boven de basisprijs.

Van der Vegt meent dat de toeslagen nooit langer standhouden dan een paar maanden en dan dalen. “De retail houdt de consumentenprijs voor varkensvlees gelijk, zeggen zij. Door de meerkosten wordt de koek die te verdelen is, alleen kleiner. De insteek moet worden om een meerprijs te krijgen voor het vlees, zodat meer geld is te verdelen in de keten.”

Het enige financiële voordeel voor een varkenshouder om ‘duurzame varkens’ te produceren is dat de mestproductie zakt, betoogt Van der Vegt. “En met minder varkens in het hok werkt het prettiger.”

Beheer
WP Admin