VarkensAchtergrond

Big van 30 kilo is brug te ver

Verhogen van de gewichtsnorm van biggen van 25 naar 30 kilo biedt voordelen bij de afzet, met name in Duitsland. De nadelen zijn vooralsnog groter.

De kwaliteit van de Nederlandse big staat volop in de belangstelling. Aangejaagd door exportproblemen in Duitsland wordt vanuit de handel opgeroepen tot investering in kwaliteit. Ook in het binnenland is voor goede relaties met de beste prijs een onbesproken big belangrijk.

Lichter leveren uit noodzaak

Een van de kwaliteitsaspecten is het aflevergewicht. Dat er veel lichte biggen zijn, komt vooral door de steeds stijgende biggenproductie, terwijl het aantal biggenplaatsen niet meegroeit. Om gezondheidsproblemen te voorkomen, worden biggen niet te zwaar geleverd. Daar komt bij dat toeslagen voor grote koppels ervoor zorgen dat gemakkelijk een te lichte big meegaat, om het minimumaantal te bereiken.

Dat lichter leveren nu vaak uit noodzaak gebeurt blijkt ook uit cijfers van het CBS. Op het gemiddelde bedrijf zijn per zeug gemiddeld 3,27 biggen aanwezig. Dat is ver onder de adviesnorm van 4 biggen per zeug en onder de norm van 3,6 biggen per zeug die in de milieuwetgeving wordt gehanteerd.

Werk aan gezonde big tussen spenen en afleveren

Tussen spenen en afleveren wordt voor een deel de kwaliteit van de big bepaald. Een aantal mogelijkheden om de beste af te leveren ziet u als u over de iconen beweegt.

Export veiligstellen

In Nederland is de norm al jaren 25 kilo. Een aantal handelaren pleit voor een hogere norm, van 30 kilo. “Voldoende gewicht is belangrijk bij de export”, zegt Ruud Vosters, salesmanager bij exporteur Vaex Varkens- en Veehandel. “Dat is een van de redenen dat we het momenteel van de Denen verliezen.”

Wil Nederland de export veiligstellen, dan noemt Vosters het belangrijk om goed over de gewichten na te denken. Een norm van 30 kilo heeft als bijkomend voordeel dat de ondergrens omhooggaat: waar nu nog biggen onder 20 kilo meegaan, wordt die grens ook opgeschoven. Juist variatie in koppels met veel te lichte biggen is een doorn in het oog van de afnemers in binnen- en buitenland.

Verschillen in aflevergewicht

Verschillen in aflevergewicht blijken uit vergelijkingscijfers. In Nederland was het gemiddelde aflevergewicht in 2014 volgens InterPIG 24,9 kilo. Dit is gebaseerd op Agrovision. In Denemarken ligt het volgens dit forum van varkenseconomen op 30,9 kilo en in Duitsland op 29,4 kilo.

In België ligt het gemiddelde gewicht met 23,2 kilo lager dan in Nederland. In verband met gezondheid en vlot opstarten willen met name Duitse afnemers zware biggen. Overigens telt mee dat de meeste Duitse vleesvarkenshouders voordeel hebben bij hoge opleggewichten en hoge rondesnelheden vanwege btw-voordeel.

Goed ontwikkelde biggen met weinig variatie zijn belangrijk voor een vlotte afname. Met name voor export zijn zware biggen gewenst.

Goed ontwikkelde biggen met weinig variatie zijn belangrijk voor een vlotte afname. Met name voor export zijn zware biggen gewenst.


Koos Groenewold

Nieuwe prijsdynamiek bij nieuwe gewichtsnorm

Stel dat 30 kilo op termijn de nieuwe norm wordt, dan betekent dat een korting voor biggen die 25 kilo wegen. Nu geldt voor iedere kilo boven 25 kilo een meerprijs van € 0,60 tot € 0,80, afhankelijk van de notering. Bij een nieuwe gewichtsnorm ontstaat waarschijnlijk een nieuwe prijsdynamiek met een nieuwe gewichtstabel voor kortingen en toeslagen.

Robert Hoste, econoom varkensproductie bij LEI Wageningen UR, lijkt het nog een hele kluif om het systeem met een hoger gewicht op te tuigen. “Voor bedrijven die zijn ingericht op leveren naar Duitsland is het te overwegen. Voor de rest van de markt is het niet interessant.”

Meer ruimte nodig

Hoste en andere deskundigen benadrukken de nadelen van een hogere norm. Bij een hoger aflevergewicht hebben vermeerderaars meer ruimte nodig in de biggenstal. En juist ruimtegebrek is nu al vaak de reden voor te licht afleveren. Extra ruimte vraagt bijbouwen of huren van ruimte op bijvoorbeeld gestopte zeugenbedrijven. Een biggenplaats bouwen kost minimaal € 200 per plaats (op basis van 0,3 vierkante meter per big), inclusief emissiearm sys­teem. Voor relatief kleine aantallen bouwen is altijd duurder, zodat de prijs per plaats in veel gevallen veel hoger zal liggen.

Verder heeft het verhogen van de norm van aflevergewicht consequenties voor normen uit de milieu- en welzijnswetgeving. Die zijn immers ook gebaseerd op stalsystemen met biggen tot 25 kilo, net als het systeem van varkensrechten.

In Duitsland willen vleesvarkenshouders gemiddeld zware biggen opleggen. Het gemiddelde opleggewicht lag vorig jaar op 29,4 kilo.

In Duitsland willen vleesvarkenshouders gemiddeld zware biggen opleggen. Het gemiddelde opleggewicht lag vorig jaar op 29,4 kilo.


Joris Telders

Variatie in gewichten

Bij de totstandkoming van de nieuwe notering Best Piglet Price (BPP) is over het verhogen van de gewichtsnorm nagedacht. Volgens Cees Oostrom, voorzitter van de sectorcommissie Varkenshandel en Export binnen Vee&Logistiek Nederland, waren de nadelen te groot, met name door te weinig opfokruimte op de bedrijven. “De sector is er nog niet aan toe. Veel vermeerderaars hebben de financiële ruimte niet voor meer biggenplaatsen.”

Verhogen gewichtsnorm nuttig

Hij noemt verhogen van de norm zeker bij een deel van de export nuttig; voor binnenlandse afzet is 25 kilo genoeg. Oostrom ziet dat vleesvarkenshouders met goed ingerichte stallen de biggen zelfs liever nog lichter willen. “Ze willen die kilo’s er liever zelf aanmesten dan voor een zwaardere big betalen.”

Met name Duitse mesters willen zware biggen in verband met gezondheid en vlot opstarten.

Met name Duitse mesters willen zware biggen in verband met gezondheid en vlot opstarten.


Bart Nijs

Belang van goed gewicht

Ook bij kwaliteitsprojecten is het aflevergewicht een item. Bij het maken van de Naoberbig, het bigkwaliteitsproject van dierenartsenpraktijk De Oosthof, is de norm echter niet aangepast. Dierenarts Arjan Schuttert: “We kennen de discussie en horen over het belang van voldoende gewicht. Bovendien is gewicht een van de weinige aspecten die een afnemer zelf kan controleren.”

Minder zeugen houden

Ook Schuttert ziet dat bedrijven niet zijn ingericht om te leveren op 30 kilo. En juist het gebrek aan ruimte noemt hij een van de belangrijkste verbetermogelijkheden op zeugenbedrijven. Hij denkt overigens dat wat minder zeugen houden voor sommige bedrijven in dit kader interessant is; dat maakt het mogelijk om zeugen wat later te spenen en als bijkomend voordeel komen er minder biggen op de markt.

Voorlopig geen algemene hogere gewichtsnorm

Gezien de nadelen zit een algemene hogere gewichtsnorm er voorlopig niet in. Individuele varkenshouders die voldoende biggenruimte hebben en leveren aan een markt die hogere gewichten vraagt, kunnen het aflevergewicht zelf natuurlijk wel invullen.

Het hele artikel is te lezen in Boerderij 9 van dinsdag 24 oktober.

Beheer
WP Admin