Verlies van concurrentievoordeel dreigt, omdat er geen grip is op mest- en fosfaatprobleem - Foto: Bert Jansen RundveeNieuws

‘Melkveehouderij heeft sectorbreed plan nodig’

De melkveehouderij dreigt de glastuinbouw en de varkenssector achterna te gaan als niet snel wordt bijgestuurd. Dat schrijft Ruud Huirne, directeur agrarisch van Rabobank Nederland in een column voor Melkvee100Plus.

Hij ziet de melkveehouderij worstelen met diverse problemen, te weten een te hoge melkproductie bij een te lage opbrengst, een veel te hoge fosfaatproductie en geen beheersing van het totale mestprobleem, waardoor te hoge kosten worden gemaakt en de derogatie op het spel staat. En dan is er nog het wankelende maatschappelijk draagvlak. Deze zaken zijn allemaal met elkaar verbonden, maar effectieve maatregelen om er iets aan te doen, worden niet genomen.

Huirne roept op om dat nu wel te doen, en snel. Anders gaat het misschien net zoals in de twee eerdergenoemde sectoren en roepen mensen: hadden jullie dat niet vijf jaar eerder kunnen doen?

Sectorbreed toekomstplan

De melkveehouderij heeft behoefte aan een sectorbreed toekomstplan dat verder gaat en steviger is dan de Duurzame Zuivelketen, stelt de Rabobank-directeur. Hij wil verdergaan langs drie lijnen. Ten eerste moet het verdienmodel van de zuivelindustrie worden aangescherpt. Nog beter moet in beeld worden gebracht welke producten de consument in binnen- en buitenland wil, en welke markten nog meer kunnen worden aangeboord. Ook moet het Nederlandse product nog hoger in de markt worden gezet.

Daarnaast moet de melkveehouderij het mest- en fosfaatprobleem in de vingers zien te krijgen. Dat lukt tot nog toe niet, terwijl de schade van nog langer op zijn beloop laten enorm kan zijn. Het LEI heeft becijferd dat dit meer dan €100 miljoen per jaar dreigt te kosten. Bovendien veroorzaakt een uit de hand lopend mestprobleem enorme imagoschade voor de zuivel, terwijl de buitenlandse concurrentie daarbij garen spint.

Slimme oplossing

Ten slotte moeten de problemen op een zodanige wijze worden opgelost, dat de melkveehouderij niet gaat stilstaan. Huirne stelt voor om een ‘slimme oplossing’ te verzinnen. Daarmee zouden stoppers moeten worden geholpen om eerder te stoppen en blijvers ruimte te geven om zich verder te ontwikkelen. Mogelijk is er bij dit laatste een mooie rol weggelegd voor de Rabobank, maar daarover laat Huirne zich niet uit.

Lees ook het commentaar: ‘Bank luidt noodklok melkveesector’

Beheer
WP Admin