DDB en NMV: vergoeding van 10 tot 15 cent onvoldoende

Een vergoeding van 10 tot 15 cent per kilo melk voor vermindering van de melkproductie is onvoldoende voor melkveehouders die nu al hun rekening niet meer kunnen betalen. Dat stellen Dutch Dairymen Board (DDB) en melkveehoudersvakbond NMV.

De vaste kosten op melkveebedrijven lopen door, ook als er minder melk wordt geproduceerd. Deze liggen volgens de organisaties ver boven de 15 cent.

Daarom stellen ze voor om de Europese vergoeding vanuit de nationale enveloppe van €23 miljoen aan te vullen tot 30 cent voor elke kilo melk die minder wordt geproduceerd. Daarmee zou de regeling aantrekkelijker worden. Nu gaan veel melkveehouders uit pure noodzaak door met produceren, volgens DDB en NMV.

Twijfels over uitwerking EU-steunpakket

Overall noemen de DDB en NMV het Europese steunpakket een druppel op de gloeiende plaat. Ze zijn sceptisch over de verdere uitwerking. Ook van de verlenging van de interventieperiode voor mageremelkpoeder verwachten ze geen positief effect.

Wel vinden ze het positief dat de Commissie erkent dat de problemen op de zuivelmarkt opgelost kunnen worden door het aanbod aan te passen aan de vraag, al zou de hoeveelheid melk die men uit de markt wil nemen volstrekt onvoldoende zijn. DDB en NMV zijn van mening dat om de markt in evenwicht te brengen er minstens 6% melk in een halfjaar tijd uit de markt genomen moet worden.

Ook zou er naast de vrijwillige productiebeperking een productieplafond opgelegd moeten worden aan niet-deelnemende melkveehouders. Zij zouden hun productie niet mogen uitbreiden in de periode dat de maatregel om melk uit de markt te nemen loopt.