DDB claimt alle steun voor zuivelsector

Dutch Dairymen Board (DDB) wil dat staatssecretaris Van Dam al het EU-crisisgeld (€23 miljoen) aanwendt voor zuivel, en daar bovendien €23 miljoen aan toevoegt. Dat geld moet worden ingezet als slachtpremie voor melkkoeien (€500 per koe), zegt de DDB.

De melkveehoudersorganisatie heeft dat plan ingediend bij Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken. Volgens de DDB kan met zo’n plan 460 miljoen kilo melk (92.000 melkkoeien) uit de markt worden gehaald, waarmee tegelijk ook het fosfaatoverschot wordt aangepakt.

Van Dam heeft aangekondigd de €23 miljoen Europees geld niet alleen voor de zuivel, maar ook voor de varkenshouderij te willen inzetten. Het is ook mogelijk het geld te gebruiken voor andere sectoren die gevolgen van de crisis ondervinden. EU-landbouwcommissaris Phil Hogan noemde daarbij de graan-, groente- en fruitsectoren.

Hogan heeft maandag 18 juli in overleg met de Europese landbouwministers gezegd dat de maatregelen voor de zuivel een zo min mogelijk effect op de vleesmarkt moeten hebben. De angst is dat de runderprijzen onderuit kunnen gaan als veel melkvee wordt afgevoerd.

€150 miljoen voor vrijwillig verminderen productie

Het permanent comité voor agrarische markten heeft in Brussel gepraat over een regeling voor de vrijwillige vermindering van de zuivelproductie. De Europese Commissie wil daarvoor een EU-brede regeling in het leven roepen, waarvoor €150 miljoen beschikbaar is.

Bronnen rondom de Europese Commissie geven geen inhoudelijke details over het overleg. De voorstellen zijn in een ruwe vorm voorgelegd aan specialisten van de lidstaten. Een bron bij de Europese Commissie voegt eraan toe dat de commentaren van de lidstaten zo veel mogelijk in de regeling worden opgenomen. Het overleg wordt op 25 augustus voortgezet. Het is de bedoeling dat de regeling half september wordt gepubliceerd.

DDB wil dat in de regeling niet de laatste maanden van vorig jaar als referentie worden gehanteerd, omdat Hogan tot begin dit jaar heeft volgehouden dat er geen crisis was in de veehouderij. Hoe korter de referentieperiode in het verleden ligt, des te groter is de mogelijkheid voor Nederland ervan te kunnen profiteren.