CBB: EZ moet deel melkveefosfaatreferenties opnieuw beoordelen. - Foto: ANP RundveeNieuws

CBB: EZ moet deel melkveefosfaatreferenties opnieuw beoordelen

Het Ministerie van Economische Zaken moet alsnog individuele omstandigheden van een groep melkveehouders betrekken bij de toekenning van de melkveefosfaatreferentie (MFR).

De bezwaren van die bedrijven tegen de toekenning van de MFR moet EZ opnieuw beoordelen. Dat is de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) in twee procedures. Die procedures zijn aangespannen door in totaal 31 melkveehouders en gaan over de toekenning van de melkveefosfaatreferenties in 2015. Die referentie is vastgesteld op basis van referentiegegevens in het jaar 2013.

De melkveehouders hebben beroep ingesteld tegen de aan hen toegekende MFR om verschillende redenen, bijvoorbeeld omdat zij in dat jaar een deel van hun vee moesten ruimen door dierziekten, zij (tijdelijk) minder melkvee hadden, of hun bedrijf wilden verkopen. Ze vinden dat daarmee hun eigendomsrecht is geschonden, omdat zij hun bedrijf niet ten volle kunnen benutten.

Beroep van drie melkveehouders ongegrond verklaard

Het College stelt overigens wel vast dat het eigendomsrecht het systeem van melkveefosfaatreferenties op zich niet in de weg staat.

Het beroep van drie melkveehouders is ongegrond verklaard. De andere bedrijven krijgen alsnog de gelegenheid om hun ‘stellingen omtrent hun feiten en omstandigheden’ aan te vullen en nader te onderbouwen. Binnen 12 weken na de uitspraak moet het ministerie dan nieuwe uitspraken doen op de bezwaren die de melkveehouders hebben ingediend.

Volgens een woordvoerder van Economische Zaken heeft het Ministerie ‘kennis genomen van de uitspraak en bestudeert die nu’.

Lees het persbericht en de uitspraken van de eerste en tweede procedure.

Beheer
WP Admin