Foto: Koos Groenewold RundveeNieuws

20% zandboeren niet in derogatie

In de zandregio deed 20% van de veehouders die in het Bedrijveninformatienet van LEI Wageningen UR zijn opgenomen in 2014 niet mee met de derogatie.

Het gaat om een zeer uiteenlopende groep veehouders. Deze groep heeft gemiddeld een lagere melkproductie per hectare, lagere gras- en maisopbrengsten en lagere bodemoverschotten voor zowel stikstof als fosfaat. Het aandeel van bedrijven zonder derogatie is op de zuidelijke zandgronden groter dan in de regio Midden en Noord.

Biologische bedrijven

Belangrijke reden om geen derogatie aan te vragen is de teelt van andere voedergewassen, zoals snijmais. Daarnaast heeft een kwart van de bedrijven zonder derogatie een biologische bedrijfsvoering, wat betekent dat ze sowieso niet meer dan 170 kilo stikstof per hectare uit dierlijke mest mogen gebruiken.

Op de bedrijven zonder derogatie beslaat grasland 67% van het areaal. Daarnaast wordt mais, aardappelen, andere voedergewassen of suikerbieten geteeld. Bedrijven zonder derogatie hebben een veebezetting van 2,0 grootvee-eenheid per hectare, tegen 2,4 voor derogatiebedrijven.

Kleiner aandeel grasland

Bedrijven zonder derogatie hebben gemiddeld een kleiner aandeel grasland waarvoor hogere stikstof- en fosfaatgebruiksnormen gelden dan voor andere gewassen. De bemesting van grasland op bedrijven zonder derogatie bedroeg 182 kilo werkzame stikstof per hectare en 76 kilo fosfaat per hectare. In vergelijking met bedrijven met derogatie is de bemesting op grasland met werkzame stikstof en fosfaat op melkveebedrijven zonder derogatie respectievelijk 32% en 8% lager. Dit resulteerde in een gemiddeld lagere berekende graslandopbrengst (13%).

Beheer
WP Admin