‘Melkveehouder onderschat grasbrok’

Melkveehouders onderschatten de potentie van grasbrokken voor het rantsoen en het graslandmanagement. Dat stelde Erik Smale van adviesbureau Boerenverstand tijdens een studieavond van de coöperatieve grasdrogerij Ruinerwold.

Grasbrokken hebben een voedingswaarde van circa 200 gram ruw eiwit en 1000 VEM per kilo droge stof. De eiwitkwaliteit is hoog en komt nagenoeg overeen met die in melk. Ook is de eiwitkwaliteit volgens Smale beter dan die van soja.

De OEB, onbestendige eiwitbalans, is licht negatief, waardoor het net als snijmais en voederbieten een heel goede aanvulling is op vers gras.

IJklijn voor krachtvoer in plaats van gras

De voederwaarde wordt in analyses ook nog eens onderschat doordat Eurofins (het vroegere BLGG) bij analyses de ijklijn voor krachtvoer hanteert in plaats van die voor vers en kuilgras. “Rekenkundig klopt het niet, maar de koe vindt van wel”, aldus Smale. “Ze doen het er beter op dan de rantsoenberekening voorspelt.” Hij hanteert als vuistregel dat 1 kilo grasbrok 0,65 kilo sojaschroot vervangt. Zuiver op voerderwaarde vervangt 1 kilo grasbrok 0,5 kilo sojaschroot.

Voordelen in management

Naast de goede voereigenschappen zijn juist ook de voordelen in het management voor Smale van belang. In de Kringloopwijzer scoort het voeren van grasbrok positief omdat het een hogere (eiwit)benutting van eigen land geeft.

Daarnaast is door inzet van grasbrok het bouwplan optimaler af te stemmen. Door het gras van kleinere percelen te laten drogen zijn met weinig moeite groeitrappen aan te leggen voor weidegang. Veel boeren doen dat niet omdat ze opzien tegen het extra werk dat gepaard gaat met het  inkuilen van kleine porties, met name het dichtleggen en eventueel heropenen van kuilbulten.