Schapenboer ‘heeft leven gebeterd’

Een schapenboer uit Espel die vorig jaar de stillegging van zijn bedrijf voor de duur van een jaar kreeg opgelegd vanwege slechte verzorging van zijn dieren, heeft zijn leven gebeterd. Dat zei hij woensdag voor het gerechtshof in Arnhem.

Er lagen kadavers in de wei, de voederbakken waren leeg, de schapen leden aan schurft. De situatie die dierenartsen in april 2014 aantroffen was zorgelijk. Zo werd de 58-jarige schapenhouder uit Espel (Noordoostpolder) door een van de raadsheren voorgehouden.

Een aantal dieren was ernstig vermagerd en zes moesten ter plaatse worden afgemaakt. Zo’n tweehonderd dieren werden afgevoerd en tijdelijk elders ondergebracht. De schapenhouder herinnert zich die dag nog goed. Voor de ogen van zijn vrouw en dochter werd hij geboeid afgevoerd. “Ik kreeg de kans niet eens om het uit te leggen.”

Geen adequate administratie van vaccinaties

Hij kreeg van de rechtbank in Utrecht een jaar stillegging van zijn bedrijf opgelegd. Als het hof dat bevestigt, is het geen tijdelijke maar een definitieve stillegging van zijn onderneming, zei hij woensdag. Hij erkende dat er het nodige was misgegaan. Zo ontbrak er een adequate administratie van de vaccinaties die hij tegen de schurft had toegediend. Maar dat de dieren onvoldoende voedsel kregen, bestreed hij met klem. “Er is van alles genoeg. ’s Morgens voer ik ze, dan krijgen ze om half vijf weer. Als je dan om half vier langs komt, ja dan zijn de bakken leeg.”

‘Een ziek dier is een dood dier’

Over de medische verzorging had hij bij de politie verklaard dat hij om financiële redenen geen dierenarts liet komen. “Een ziek dier is een dood dier. Economisch gezien kan ik geen dierenarts laten komen”, citeerde de advocaat-generaal.

De advocaat-generaal vroeg om dezelfde straf die de rechter in Utrecht oplegde. Het terrein was modderig en waar de dieren liepen lagen metalen delen met uitstekende punten. “Meneer is in de zorg tekortgeschoten. De dieren hebben onnodig geleden.” Omdat veel dieren ondervoed waren, vond hij bewezen dat de boer de schapen niet voldoende voer gaf. “Het is aanneembaar dat zwakke dieren bij de voederplekken worden verdrongen.” De vraag is of het stilleggen van een bedrijf mag worden opgelegd. Is dat niet zo, dan vond hij dat de boer 100 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van een maand moest krijgen.

‘Mijn klanten zijn supertevreden’

Advocaat Vincent Wolting vond helemaal niet bewezen dat zijn cliënt de dieren voeding en verzorging heeft onthouden. “Waren alle voederbakken leeg? We weten het niet. Voor mijn cliënt is het onmogelijk om zich achteraf te verweren.” Het kostte de boer veel moeite om zijn in beslag genomen schapen terug te krijgen. De advocaat vroeg het hof vooral het bedrijf van zijn cliënt niet voor een jaar te sluiten. “Hij heeft lering uit deze zaak getrokken.” Inmiddels heeft hij zijn zaakjes op orde, zei de boer. Hij heeft meerdere controles goed doorstaan. “En mijn klanten zijn supertevreden.”

Het vonnis wordt op 26 april geveld.