Foto: Hans Prinsen RundveeNieuws

Veehouder mag zelf weer hoogwaardige antibiotica toedienen

Veehouders mogen vanaf 1 januari onder regie van een dierenarts weer tweede-keuze-antibiotica toedienen en op voorraad hebben op hun bedrijf.

De regelgeving voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij wordt op dit punt gewijzigd.

Tweede-keuzemiddelen zijn antibiotica die alleen ingezet mogen worden als eerste-keuzemiddelen niet effectief zijn tegen aandoeningen bij vee, omdat er bijvoorbeeld sprake is van resistentie tegen het eerste-keuzemiddel. Het gebruik van hoogwaardigere antibiotica moet zoveel mogelijk voorkomen worden om resistentievorming tegen deze typen van antibiotica te voorkomen. Om zieke dieren effectief te kunnen behandelen, is gebruik van tweede- of soms derde-keuzemiddelen soms wel nodig.

Wel contact met dierenarts nodig

Veehouders mogen vanaf 2017 voor maximaal drie aandoeningen, die op het bedrijf vaak voorkomen, tweede-keuzemiddelen op voorraad hebben om dieren snel te kunnen behandelen. Voordat de middelen gebruikt mogen worden, moet wel contact zijn geweest met de dierenarts. De aandoeningen waarvoor de middelen ingezet mogen worden, moeten zijn opgenomen in het bedrijfsbehandelplan. De middelen mogen alleen ingezet worden bij de behandeling van individuele dieren. Bij biggen tot de leeftijd van acht weken en in de eerste zes weken dat vleeskalveren op een bedrijf zijn (de hoog-risicoperiode) moeten dierenartsen iedere twee weken op bedrijfsbezoek. Dan hoeft de veehouderij niet eerst de dierenarts te bellen als tweede keuzemiddelen worden gebruikt.

Op een bedrijf mag een voorraad aanwezig zijn voor maximaal 5% van een in een stal aanwezige vleeskalveren of 10% van de aanwezige varkens in een afdeling of 10% van de koeien.

Voor veehouderijbedrijven met een structureel laag gebruik van antibiotica gelden vanaf 2017 een aantal vrijstellingen. Voor deze bedrijven gaat het aantal verplichte contactmoment met de dierenarts omlaag.

Beheer
WP Admin