Driekwart melkveehouders wil behoud derogatie

Een kwart van de melkveehouders is niet van plan zich in te spannen voor behoud van de derogatie, driekwart wil dat wel.

Dat is een van de uitkomsten van een online-enquête die de vakgroep melkveehouderij van LTO Nederland onder haar leden heeft gehouden en waarover Nieuwe Oogst heeft gepubliceerd.

Een deel van de geënquêteerde melkveehouders (19%) neemt ook nu geen deel aan de derogatie en hoeft daar dus ook geen extra inspanningen voor te doen.

Aan de enquête hebben 1.587 melkveehouders meegedaan. Op de vraag of ze een inspanning willen leveren voor het behoud van derogatie (die melkveehouders de mogelijkheid geeft meer mest aan te wenden), zegt bijna driekwart ja (73%). Een relatief groot deel (bijna 38%) zegt niets aan de bedrijfsvoering te veranderen als er geen derogatie is. Van de rest zegt een groot deel (44%) meer mais te gaan telen, de koeien niet te weiden (16%) of de jongveeopfok uit te besteden (9%).

Opties om derogatie te behouden

Opties om de derogatie te behouden zijn volgens de melkveehouders de verbetering van de fosfaatefficiëntie (48%), minder dieren houden tegen een vergoeding (17%), tijdelijk de veestapel inkrimpen (15%), of tijdelijk minder melk leveren (8%).

Uit de enquête blijkt dat een groot deel (58%) van de boeren sinds 2 juli 2015 de melkveestapel heeft uitgebreid. Ongeveer een kwart van de uitbreiders heeft meer dan 20 koeien uitgebreid, ongeveer driekwart met 1 tot 20 koeien. Mogelijke bedrijfsaanpassingen zijn voor de melkveehouders de afzet van mestafzet (60%), grond aankopen of huren (32%), meer mest verwerken (31%), of minder dieren houden (29%).