Melken met 15% ruw eiwit kan

Een rantsoen met 15% ruw eiwit voor melkvee kan prima, mits het rantsoen zo afgestemd is dat de vertering op peil blijft. Dat blijkt uit een praktijkproef op 4 bedrijven die deelnemen aan praktijknetwerk ‘Waarheen met ammoniak op veen’.

Bij een evenwichtig afgestemd rantsoen zal, bij afname van 16% ruw eiwit naar 15% ruw eiwit, de melkgift en het eiwitgehalte in de melk nauwelijks dalen, terwijl het ureumgehalte wel afneemt.

Op de vier bedrijven zijn de koeien een maand lang gevoerd met 16% ruw eiwit en daarna een maand met 15% ruw eiwit in het rantsoen. Tussen de melkgiften bij 15% en 16% ruw eiwit zijn geen significante verschillen gevonden. Opvallend is dat op een bedrijf de melkgift steeg bij een lager ruw eiwit. Volgens de onderzoekers komt dat door de balans in het rantsoen. Dat is blijkbaar belangrijker dan het absolute eiwitniveau.

Eiwitaanbod

Op een ander bedrijf daalde zowel de melkgift als het eiwitgehalte. En wel zo sterk, dat het verschil significant was toe te schrijven aan het verschil in eiwitaanbod. Dat bedrijf schakelde dan ook weer snel terug op 16% ruw eiwit.

Er is ook gekeken naar de conditie, pensvulling en pensbeweging van de melkkoeien. De mest was op alle bedrijven wat dikker bij 15% ruw eiwit. In de mest werden bij 15 eiwit ruw eiwit meer grove delen gevonden dan bij 16%. Op twee bedrijven werd ook een significant verband gevonden tussen de mestvezeligheid en het ruw eiwitgehalte.

De vertering van het rantsoen was bij 15% ruw eiwit niet optimaal. Mogelijk komt dit door een onevenwichtige rantsoensamenstelling, waarbij afbraaksnelheid van energie en eiwit niet goed op elkaar zijn afgestemd.