‘Zonder maatregelen naar 90 miljoen kilo fosfaat in 2020’

Den Haag – 60 procent van de melkveebedrijven produceert meer fosfaat dan zij zelf kwijt kunnen. In 2020 is dat 70 procent. Zonder maatregelen kan de fosfaatproductie oplopen naar 90 miljoen kilo in 2020. Dat blijkt uit berekeningen van het LEI.

LEI Wageningen UR verwacht dat op basis van de forfaitaire fosfaatproductie het aantal bedrijven met een fosfaatoverschot stijgt van 60 procent in 2013 naar 70 procent in 2020. Lagere gebruiksnormen en een stijging van de melkproductie met 10 procent zijn hier debet aan.

Bedrijven met te veel mest

Melkveebedrijven met te veel mest zijn vooral te vinden in Zuid-Nederland, namelijk 70 tot 80 procent van de bedrijven in deze regio. Het Westen telt het minst aantal bedrijven met een fosfaatoverschot, namelijk de helft.

De melkveehouderij produceerde in 2013 forfaitair 84 miljoen kilo fosfaat. Het LEI berekende dat als er 10 procent meer gemolken wordt, de fosfaatproductie oploopt naar 90 miljoen kilo in 2020.

Afname met voerspoor

Als het voerspoor (minder fosfor in veevoer) volledig zou worden gerealiseerd, dan zou de fosfaatproductie verder afnemen met 5 miljoen kilo, oftewel 85 miljoen kilo in 2020. Doelstelling van het voerspoor is een reductie van de fosfaatproductie van 10 miljoen kilo fosfaat per jaar.

In Zuid-Nederland is het effect van het voerspoor tot nu toe het grootst en in West-Nederland is dat het kleinst. 15 tot 20 procent van de melkveebedrijven weten hun fosfaatoverschot weg te werken als de doelstelling van het voerspoor volledig zou zijn gerealiseerd.