RundveeNieuws

Vleesveesector scoort op welzijn en gezondheid

Wageningen – In vergelijking met de gangbare varkenshouderij en vleespluimveehouderij scoort de gehele vleesveehouderij beter in dierenwelzijn en diergezondheid.

Dit blijkt uit een onderzoek van Wageningen UR in opdracht van het Productschap Vee en Vlees (PVV). Hierin is de vleesveesector vergeleken met de varkens- en vleespluimveehouderij en de rundvleesproductie in Ierland en Brazilië op basis van 15 punten uit de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV).

De vleesveehouderij, zoogkoeien en het afmesten van vleesrassen, presteert in vergelijking met de varkens- en vleespluimveehouderij vooral beter op dierwelzijn, diergezondheid en mineralen. Ook de invloed op de volksgezondheid door bijvoorbeeld fijnstof, geuroverlast, zoönoses en voedselveiligheid scoort de vleesveehouderij goed. Volgens onderzoeker Bram Bos mag de sector daar trotser op zijn en zich meer profileren op deze sterke punten. De vleesveehouderij heeft wel te maken met een hogere emissie van mineralen naar water en lucht. Dit kan echter verlaagd worden als de vleesveehouderij extensief geïntegreerd wordt in natuurbeheer. De uitstoot van broeikasgassen is hoger door de pensfermentatie en het nog ontbreken van een goede emissiefactor voor de veel gebruikte hellingstal of potstal. Nu wordt vleesvee op een geschatte emissie beoordeeld wat ten opzichte van varkens en pluimvee negatief uit pakt.

In vergelijking tot de productiesystemen in Ierland en Brazilië presteert de Nederlandse vleesveehouderij vergelijkbaar met de Ierse. Ten opzichte van Brazilië is de Nederlandse vleesveehouderij klimaattechnisch beter omdat het gemiddeld geslacht-gewicht hier hoger ligt en het landgebruik is door veelvuldig gebruik van natuurgebied beter. De rentabiliteit in Brazilië is echter beter vanwege de lagere kosten voor grond, arbeid en huisvesting.

Beheer
WP Admin