Hogere fosfaatproductie dreigt

Wageningen – Als melkveehouders geen actie ondernemen, zal het hogere fosfaatgehalte in het geoogste ruwvoer van 2014 ervoor zorgen dat de fosfaatexcretie met 10 procent stijgt. Dan zal op veel bedrijven niet stikstof, maar fosfaat beperkend worden en dus bepalend zal zijn voor het niveau van mestafvoer.

Dat meldt DLV Rundvee Advies na analyse van cijfers van het praktijknetwerk Wijzer met Kringloop. Op basis van de eerste prognoses zal de helft van de veehouders die nu al mest moeten afvoeren dit op basis van fosfaat moeten doen. Vorig jaar was dat 4 procent en was dus bijna altijd stikstof bepalend voor het niveau van mestafvoer. Daarnaast bestaat de kans dat veehouders die eerder geen mest hoefden af te voeren dat nu wel moeten doen.

De hoge fosfaatniveaus in het ruwvoer zijn tot stand gekomen door het lange groeiseizoen, met een vroeg voorjaar en langere groei in de herfst. De hoge bodemtemperaturen in combinatie met voldoende vocht zorgden voor een hogere mineralisatie in de bodem en benutting van de mest dan normaal.

DLV Rundvee Advies stelde een prognose op voor de driehonderd melkveehouders die in het netwerk deelnemen. Daaruit blijkt dat bij ongewijzigd beleid 48 procent mest moet afvoeren op basis van fosfaat in 2015, terwijl dit in 2014 vier procent was. Overigens is niet alleen het hogere fosfaatgehalten in het ruwvoer daar voor verantwoordelijk, maar speelt ook de aanscherping van de plaatsingsruimte met gemiddeld 5 kilo voor fosfaat per hectare een rol. Als de veehouders geen actie ondernemen, betekent dit voor de melkveehouders dat in 2015 flink meer mest moet worden afgevoerd en verwerkt.

De belangrijkste actie die veehouders kunnen ondernemen is dat ze het rantsoen zo snel mogelijk nog eens kritisch bekijken. DLV Rundvee Advies stelt dat er gemiddeld BEX-voordeel gehaald vanaf 4,3 gram fosfaat per kVEM. Omdat het basisrantsoen nu vaak al rijker is, moet er geen extra fosfaat worden aangevoerd via krachtvoer en aangekocht ruwvoer. De adviesorganisatie denkt dat als veehouders nu al starten met bijsturen door fosfaatarmer krachtvoer of bijproducten in de rantsoenen van het vee te verwerken, dit nog genoeg gelegenheid biedt om de fosfaatproductie van de veestapel te verminderen. Nu actie ondernemen draagt bij in voorkomen van problemen op het eind van het jaar als blijkt dat er toch te weinig mest afgevoerd of verwerkt is.