RundveeNieuws

Geen versoepeling voor knelgevallen Melkveewet

Den Haag – Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken is niet van plan om een ruimere knelgevallenregeling te maken in de regels voor grondgebonden groei van de melkveehouderij. Voor meer regionale kringlopen gaat Dijksma nog in overleg met de sector. Maar afspraken over mestafzet in ruil voor voer worden wat haar betreft geen alternatief voor extra grond als de fosfaatproductie door melkvee groeit ten opzichte van 2014. Dat blijkt uit de antwoorden op Kamervragen die Dijksma op vrijdag aan de Tweede Kamer stuurde.

Kamerleden stelden een groot aantal vragen over de zogenoemde AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij. Daarin wil de staatssecretaris regelen dat melkveebedrijven afhankelijk van hun veebezetting in ieder geval voor een deel van hun groei extra grond moeten hebben. Tot 20 kilo fosfaatoverschot per hectare kan groei volledig op basis van mestverwerking. Van 20 tot 50 kilo overschot per hectare moet een kwart van de extra fosfaat ten opzichte van 2014 worden afgedekt met extra grond en boven de 50 kilo overschot is voor de helft van de extra fosfaat extra grond nodig.

Geen verplichte weidegang

Meerdere partijen zoals de SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren willen dat meer waarborgen voor grondgebondenheid en meer weidegang worden vastgelegd in regelgeving voor de melkveehouderij. Staatssecretaris Dijksma benadrukt daarop nog eens dat ze niet van plan is om een maximum aantal graasdieren per hectare vast te leggen in wetgeving. Ook wil ze geen verplichte weidegang invoeren, dat levert te grote problemen op voor bedrijven die daar bijvoorbeeld door verkaveling en inrichting van hun bedrijf niet aan kunnen voldoen. Wel gaat ze in overleg met de sector over het opvoeren van de ambitie. Eerder gaf Dijksma aan te streven naar een weidegangpercentage van 80 procent, waar nu afspraken zijn gemaakt binnen de sector van 70 procent.

Peiljaar grond blijft onduidelijk

Wat uit de Kamerbrief nog niet duidelijk wordt, is hoe extra grond precies uitgelegd moet worden. Uit antwoorden op vragen van de SGP kan opgemaakt worden dat voor de bepaling van de overschotcategorie waarmee een bedrijf in 2016 moet rekenen het overschot in hetzelfde jaar bepalend is. Dat maakt het lastig om vooraf te berekenen hoeveel grond ‘extra’ nodig is. Achteraf kan dan wel worden bekeken of aan de regels is voldaan. Op 23 april komt er mogelijk meer duidelijkheid. Dan wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over de AMvB melkvee die op 1 januari 2016 van kracht moet worden.

Beheer
WP Admin