RundveeNieuws

GD waarschuwt voor aanvoer drijfmest

Deventer – De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) waarschuwt melkveehouders voor het risico op insleep van ziekteverwekkers bij de aanvoer van drijfmest. Daarom kunnen rundveehouders beter geen drijfmest aanvoeren voor bemesting van grasland.

Aangevoerde rundveemest kan salmonella- en paratuberculosebacteriën bevatten. Kiezen veehouders toch voor de aanvoer van drijfmest, dan wordt geadviseerd die mest te gebruiken op bouwland om het risico op ziekteverspreiding te verkleinen. Wordt er toch grasland mee bemest, dan is het advies om na uitrijden minimaal zes weken te wachten met het weiden van volwassen runderen en in deze periode ook geen vers gras van dit land te voeren. Jongvee kan het beste een jaar lang van percelen bemest met drijfmest van andere bedrijven geweerd worden met het oog op een paratubercullose-besmetting.

Veehouders die niet deelnemen aan de derogatie mogen varkensdrijfmest aanvoeren. Daarbij bestaat volgens de GD wel het risico op insleep van salmonella, ook kan de mest de varkensspoelworm Ascaris suum bevatten. Hierom is varkensmest nooit veilig te gebruiken op grasland bestemd voor ruwvoerwinning of beweiding, hooguit op bouwland. De eieren van de varkensspoelworm Ascaris suum blijven op grasland erg lang infectieus.

Beheer
WP Admin