Kalf geeft weinig toe bij eenmaal daags voeren

Geel – Proefboerderij Hooibeekhoeve in Geel (B.) heeft in het kader van arbeidsbesparing eenmaal daags melkverstrekken aan kalveren vergeleken met tweemaal daags voeren. Het groeiverloop van beide groepen was vergelijkbaar.

Op de speenleeftijd van negen weken met een gemiddeld gewicht van 80 kg was de controlegroep gemiddeld 2,3 kg zwaarder. Bij de weging op drie weken voor het afkalven was de eenmaal daags gevoerde groep met 647 kg 9 kg lichter dan de controlegroep. Een verwaarloosbaar verschil volgens de onderzoekers.

Ook in de afkalfleeftijd was weinig verschil. De proefgroep kalfde gemiddeld op 23,2 maanden af, de controlegroep op 23,9 maanden.  Van beide groepen werden na afkalven 22 vaarzen in hun eerste lactatie gevolgd. De gemiddelde 305-dagenproductie lag voor de eenmaal daags gevoerde dieren op 9.231 kg melk, de controlegroep bedroeg 9.209 kg. Uit het medicijnlogboek kwamen geen verschillen tussen beide groepen naar voren. De dieren die eenmaal per dag melk kregen waren niet vatbaarder voor ziektes dan de dieren die traditioneel tweemaal gevoerd werden.

In de proef werden 47 kalveren verdeeld over twee groepen gevolgd tot het eind van de eerste lactatie. Vanaf de derde levensweek kreeg de proefgroep eenmaal daags 250 gram melkpoeder op drie liter melk, de controlegroep kreeg de standaardgift van 125 gram poeder per liter waarbij de melkgift werd opgebouwd tot zes liter per dag. De totale hoeveelheid melkpoeder per week was voor beide groepen gelijk.  Naast de melkgift kregen de kalveren onbeperkt water en hetzelfde ruwvoermengsel als de melkkoeien.

Voor de Hooibeekhoeve leverde het eenmaal daags voeren bij 55 melkkoeien en een gespreid afkalfpatroon een half uur per dag tijdsbesparing op. De tijdsbesparing bij grotere bedrijven met gespreid afkalfpatroon zal de besparing hoger liggen.