‘Franse rundvleessector kan verdwijnen’

Parijs – Als de Europese Unie binnen een vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten de deur ver open zet voor Amerikaanse rundvlees, kan dit het einde betekenen van de Franse rundvleessector. Dat zegt Pierre Morrier van Interbev, een organisatie die de belangen van de Franse vleesveehouderij en vleessector behartigt.

De rundvleessector kan er volgens de jurist naast een dalende vleesconsumptie, lage inkomens en stoppende boeren, niet veel meer bij hebben.

Morrier deed de uitspraak bij een Brusselse conferentie over het Transatlantic Trade and Investment Partnership, kortweg TTIP. Volgens Morrier is de keuze de rundvleesmarkt te openen in feite een keuze voor een Amerikaans veehouderijmodel: feedlots. “Het systeem is slecht voor dieren, levert minder lekker en minder divers vlees op en het einde aan echte familiebedrijven en op veel plaatsen de economische dood van het platteland.”

Franse vleesveehouders verdienen volgens Morrier van alle Franse boeren nu reeds verreweg het minste. Veehouders zouden moeten rondkomen van €15.000 per jaar. “De situatie van de Franse rundvleessector is op dit moment al voorbij het punt van onhoudbaarheid. In plaats van ze bloot te stellen aan meer concurrentie, zou de EU zich moeten inzetten voor meer steun. Binnen het Verdrag van Lissabon is immers ook een goed boereninkomen als doelstelling opgenomen. TTIP mag niet alleen over de consument gaan.”

De kostprijs van feedlots ligt een stuk lager dan in de EU. Een kilo lendestuk leverde in januari volgens Morrier in de EU €13,70 op. Hormoonvrij Amerikaans rundvlees zou zonder invoerrechten €8,60  kosten. “Bij open grenzen wordt de Amerikaanse prijs de referentieprijs, en dreigt ‘veramerikanisering van de eetcultuur’. “Waar zijn al onze idealen op het gebied van duurzaamheid dan gebleven? Het handelsbeleid van de EU en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moeten op één lijn liggen”, aldus Morrier.

De Fransman denkt dat andere vleessoorten minder te lijden hebben onder TTIP. “Voor pluimveevlees en varkensvlees geldt dat de effecten per land behoorlijk kunnen verschillen, maar per saldo geen dramatische wijzigingen in handelsvolumes worden verwacht. “Deze sectoren zijn financieel competitief.”