Fokkerijorganisaties willen kloontechniek beschikbaar houden

Brussel – De Europese organisatie van fokkerijorganisaties in de veehouderij wil kloontechniek in Europa beschikbaar houden.

Directeur Jan Venneman  van de koepel van fokkerijorganisaties Effab benadrukte dat tijdens een hoorzitting van het Europees parlement in Brussel.

Het parlement hoorde maandag wetenschappers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties over het klonen van dieren en het op de markt brengen van producten van gekloonde dieren. Er ligt een voorstel van de Europese Commissie waarin het klonen van landbouwhuisdieren wordt verboden en tegelijk ook een verbod geldt voor het op de markt brengen van producten van gekloonde dieren.

Venneman schetst dat klonen voordelen kan hebben aan de top van de vermeerderingspiramide. Met behulp van klonen kan een nieuw ras sneller beschikbaar komen voor de veehouderij als geheel. Aan de andere kant ziet ook hij de dierenwelzijnsproblemen bij het klonen, zowel voor de moederdieren, als voor de gekloonde dieren zelf. Donald Broom, emeritus hoogleraar Dierenwelzijn van Cambridge University, zegt dat bij de huidige kloontechnieken, in de afgelopen vijftien  jaar geen vooruitgang op gebied van dierenwelzijn is geboekt.

De Europese lanbouworganisatie Copa-Cogeca zit niet te wachten op toelating van gekloonde dieren. Als er regelgeving komt, moet die voor alle veehouders in heel Europa hetzelfde zijn, vindt Copa-Cogeca.

De Europese consument zit niet te wachten op gekloonde dieren of producten daarvan.  Een deel van de consument wil dat producten van afstammelingen van dieren als zodanig moet worden geëtiketteerd in de supermarkt. De Europese Commissie acht dat niet uitvoerbaar. Alleen met een ingewikkeld administratief systeem zou zo’n etikettering kunnen worden uitgevoerd, en dan nog ontbreken technische mogelijkheden om voedsel afkomstig van nakomelingen van klonen te onderscheiden van producten van nakomelingen van ongekloonde dieren.