Foto: ANP RundveeNieuws

Veroordeling in ‘proefproces’ mishandeling ongeboren kalf

Voor het eerst stond vrijdagmiddag een boer terecht voor dierenmishandeling van een ongeboren kalf op basis van de Wet dieren als gevolg van de slacht van zijn drachtige koe.

In overleg met inspectiedienst NVWA had de boer besloten de zaak te laten voorkomen om duidelijkheid te krijgen over de wetgeving.

Toebrengen pijn en letsel ongeboren kalf

In deze zaak bleek zijn ter slacht aangeboden koe hoogdrachtig. Als gevolg van de slacht overleed het kalf. De rechtbank Noord-Nederland veroordeelde de melkveehouder voor het toebrengen van pijn en letsel aan een ongeboren kalf. Vanwege verzachtende omstandigheden legde economisch politierechter H.H.A. Fransen – naar eigen zeggen ‘slechts’ – een voorwaardelijke geldboete op van €1.500 met een proeftijd van een jaar. Fransen volgen daarmee de eis van Officier van Justitie Siebren Buist.

Overtreden vervoersverbod

De melkveehouder uit de gemeente Hoogeveen  had in mei van dit jaar een – naar achteraf bleek – een hoogdrachtige koe laten afvoeren naar een slachterij in Heeten. Nadat daar de koe gedood was stikte kort daarna het kalf als gevolg van zuurstoftekort.

Naast de voorwaardelijke geldboete werd de veehouder voor het overtreden van het vervoersverbod van de betreffende koe – eveneens conform de eis van de Officier van Justitie – schuldig bevonden zonder strafoplegging.

Melkveehouder niet in hoger beroep

De melkveehouder liet meteen na de uitspraak aan rechter Fransen weten dat hij zich kon vinden in de uitspraak en dat hij niet in hoger beroep zou gaan. Ondanks het feit dat de rechter zijn strafeis gevolgd heeft wil officier van Justitie Buist tijd om na te denken over een eventueel hoger beroep bij het Hof Arnhem-Leeuwarden.

Officier van Justitie overweegt hoger beroep

Buist liet nadrukkelijk weten dat hij deze zaak als een proefproces te zien, omdat voor het eerst dat iemand terecht staat voor het toebrengen van pijn of letsel aan een dier op grond van de Wet dieren. Buist: “Misschien ga ik om principiële redenen wel in beroep.” Binnen twee weken wordt duidelijk of de Officier van Justitie daadwerkelijk in hoger beroep gaat.

Beheer
WP Admin