‘Van Dam haalt druk van ketel, maar niet genoeg’

Het vrijdag gepubliceerde rekenmodel bij de Wet grondgebonden groei melkveehouderij haalt druk van de ketel bij veehouders die sinds 2014 niet gegroeid zijn.

Vakgroepvoorzitter van LTO Nederland Kees Romijn zegt dat met deze brief 50.000 hectare grond minder nodig is. Maar wat hem betreft zijn hiermee niet alle problemen opgelost.

‘Te vroeg om te juichen’

Politieke partijen reageren gereserveerd op de jongste brief van staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken), voor zover ze al een reactie geven. CDA’er Jaco Geurts zegt dat het te vroeg is om te juichen, omdat elk antwoord van de staatssecretaris nieuwe vragen oproept. De SGP zegt in een eerste reactie dat een aantal knelpunten overblijft, zoals boeren die in 2015 meer koeien zijn gaan houden zonder verwerving van extra grond. Hun wordt de mogelijkheid te anticiperen nu ontnomen, constateert Elbert Dijkgraaf. Daar moet wat de SGP betreft een mouw aan worden gepast.

SP: stapeling van ongelijksoortige regels

De SP zegt dat sprake is van stapeling van ongelijksoortige regels, waarbij de ene regel is gebaseerd op grondgebondenheid en de andere niet. De SP zegt dat haar eigen voorstel om (ten minste) de helft van de mest op eigen grond en de rest binnen een straal van 20 kilometer aan te wenden beter en eenvoudiger is: “Daarmee kan al die andere regelgeving die het voor melkveehouders erg onoverzichtelijk maakt in de prullenbak.”

Uitwerking van regionale kringlopen

Romijn zegt dat nog zeker twee punten moeten worden opgelost. De eerste is de uitwerking van de regionale kringlopen met voer-mestcontracten. “Ik zie daar te weinig beweging.” Een tweede is dat bedrijven die grond kwijtraken als gevolg van overheidsingrijpen, niet gedwongen mogen worden het aantal koeien te verminderen. “Met  deze brief kunnen boeren nu wel tot op de vierkante meter uitrekenen hoeveel extra grond zij nodig hebben.”