RundveeNieuws

Geen extra grond nodig bij lagere fosfaatnorm

De aanscherping van bemestingsnormen tussen 2014 en ’16 hoeven melkveebedrijven niet te compenseren met extra grond.

Er is meer duidelijkheid grondgebonden groei. De aanscherping van bemestingsnormen tussen 2014 en 2016 hoeven melkveebedrijven niet te compenseren met extra grond. Extra fosfaatproductie door melkvee of minder grond moet wel gecompenseerd worden: of door alsnog meer grond in gebruik te nemen of door een kleinere veestapel. Dat blijkt uit de rekenmethode binnen de regels voor ‘grondgebonden groei melkveehouderij’ die staatssecretaris Martijn van Dam van EZ vrijdag 13 november naar de Tweede Kamer stuurde. De regels worden vooralsnog vastgelegd in een uitvoeringsregel (AMvB), die in ieder geval ingaat op 1 januari 2016 en die later wordt vervangen door een wetswijziging.

Meer grond bij groei

In de uitleg van Van Dam staat de rekenmethode om te bepalen hoeveel fosfaat van melkvee maximaal verwerkt mag worden door bedrijven met melkvee. In de praktijk komt een maximale verwerking neer op extra grond voor bedrijven die groeien ten opzichte van 2014 en in 2015 een fosfaatoverschot hebben door melkvee van 20 kilo fosfaat of meer per hectare. De AMvB is alleen van toepassing op bedrijven met melkvee waar het melkvee meer dan 250 kilo fosfaat produceert:

  • melkkoeien (diercategorie 100);
  • jongvee  jonger dan 1 jaar voor de melkveehouderij, en vrouwelijke opfokkalveren voor de vleesveehouderij tot 1 jaar (diercategorie 101);
  • jongvee van 1 jaar en ouder (alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren) (diercategorie 102).

Maximaal overschot berekenen

De rekenmethode bestaat uit meerdere stappen. In de eerste plaats de bepaling van het melkveefosfaatoverschot (MFO). Definitie MFO = fosfaatproductie melkvee – plaatsingsruimte op eigen grond – min de melkveefosfaatreferentie.

Vervolgens wordt op basis van het fosfaatoverschot in 2014, de groei van de fosfaatproductie en de hoogte van het overschot in 2015 bepaald hoeveel fosfaat het bedrijf maximaal mag verwerken. Is de fosfaatproductie groter, dan moet het bedrijf in 2016 meer grond hebben, of de melkveestapel inkrimpen.

Voor de bepaling van de fosfaatproductie mag ook worden gerekend met de zogenoemde bedrijfsspecifieke excretie (BEX).

Beheer
WP Admin