Oogst van snijmais in volle gang

In het Noorden is alleen een beperkt aantal vroeg gezaaide, vroege rassen oogstrijp. Door de achterstand in afrijping bereiken daar waarschijnlijk niet alle percelen het optimale drogestofpercentage voordat ze in de kuil gaan.

In het Zuiden 58,9 procent droge stof in de kolf

Uit de maismonitor van Agrifirm en PPO blijkt dat de velden in het Zuiden (Vredepeel) tijdens de proefoogst op woensdag 7 oktober een drogestofgehalte hadden van gemiddeld 37,4 procent en in de kolf van 58,9 procent droge stof. Ook de latere rassen zijn goed bijgetrokken, waardoor alle rassen, op één na, nu boven de 35 procent droge stof zitten.

Verschil droge stof Zuid en Noord bijna 13 procent

In het Noorden (Marwijksoord) was het gemiddelde drogestofgehalte 24,5 procent. Het ras met de meeste droge stof (LG 31.211 Top Coat) had daar 27,4 procent. Het verschil met het Zuiden is bijna 13 procent; vorig jaar was dat slechts 2,5 procent. De verwachte koude nachten zal de afrijping versnellen.

Goede oogstomstandigheden

Ondanks de regen van afgelopen week zijn de oogstomstandigheden goed. De mais die geoogst is, staat met name op de (zuidelijke) zandgronden en daar is weinig wateroverlast geweest. Mais op moeilijke gronden komt gemiddeld wat later voor de hakselaar. De weersomstandigheden van deze en volgende week zijn bepalend, maar de vooruitzichten zijn goed.

Vaker aantasting met fusarium waargenomen

Maisspecialisten melden geen grote problemen rond ziektedruk. Over het algemeen is deze laag, maar er wordt wat vaker een aantasting met fusarium waargenomen. Het is in dat geval raadzaam niet te wachten met hakselen en een broei- en schimmelremmer te gebruiken.