RundveeNieuws

Koeien typeren is kans voor klein ras

Pennsylvania – Genomics is voor kleine rassen geen bedreiging maar een kans. Die kans dient zich aan door zich, in tegenstelling tot grote rassen, niet te richten op de genotypering van de stieren, maar op die van de koeien.

Dat draagt bij in het behoud van de vooruitgang die nodig is om het ras in stand te houden. Dat stelt Chad Dechow, professor melkveegenetica aan de Penn State University.

Grote rassen, zoals Holstein en Jersey, maken snel progressie door de stieren genomisch te testen en deze fokwaardeschatting te baseren op een grote referentiepopulatie. Deze populatie bestaat uit stieren waarvan zowel genetische als dochterinformatie bekend is.

Voor kleine rassen levert dat problemen op. De referentiepopulatie stieren is klein en stieren hebben onvoldoende dochters aan de melk om de betrouwbaarheid van de fokwaardeschatting te verhogen.

Recent onderzoek, gepubliceerd in Journal of Dairy Science, toont dat kleine rassen juist baat hebben bij het genotyperen van koeien. Voor grote rassen is deze data van ondergeschikt belang, maar voor kleine rassen vormen de koeien juist de referentiepopulatie die bijdraagt in een hogere betrouwbaarheid van de genetische fokwaardeschatting van de stieren.

Daarnaast levert genotypering van de koeien ook de mogelijkheid om meer koeien tot stiermoeder aan te wijzen. Dat geeft meer spreiding in de bloedlijnen bij het fokken van stieren.

Daar waar kleine rassen dus eerst genotypering als bedreiging zagen door ontbreken van een referentiepopulatie van stieren, biedt deze methode via genotypering van de koeien toch soelaas om de vooruitgang te behouden en de instandhouding van het ras te bewaken.

Beheer
WP Admin